Brievenboek van mijn ouders: Leuven, 27 januari 1953 “…Zoals ik heb verteld, gaat het er bij ons thuis anders aan toe, en dat is ook op mij toepasselijk, namelijk dat wij in onze familie zonder veel te zeggen (met uiterlijke tekens) toch wel kunnen vertolken wat zich in ons innerlijk afspeelt.
Brievenboek van mijn ouders: Iddergem, 26 januari 1953 “…Gisteravond heb ik echt moeten lachen. Toen we wegreden, begonnen warempel moeder en haar wederhelft te reclameren, omdat ik toch zo stijf van je afscheid nam.
Brievenboek van mijn ouders: Iddergem, 24 januari 1953 “…Het zal zo goed worden met ons twee. Laat ons eerste kindje maar eens komen, we zullen zo onafscheidbaar aan elkander zijn gehecht.
Brievenboek van mijn ouders: Iddergem, 22 januari 1953 “…Mijn atelier en de zaken die ik doe, dat is zoiets van mij persoonlijk. Veel werk en veel moeilijkheden heeft het me gekost vóór ik zo ver kwam.
Brievenboek van mijn ouders: Leuven, 20 januari 1953 “…Ik heb daarjuist mijn keel onder het kraantje gehouden, want ik had nadorst van gisteren, alhoewel ik gans de avond maar 5 pinten gedronken heb (voor een keer zoveel, want ’t was op kosten van een firma van tandartsartikelen).
Brievenboek van mijn ouders: Loven, 8 januari 1952 “…Wel, ik heb ‘n verrassinkje voor zaterdag en je moet maar eens flink raden wat het is. Het is geen ring, maar iets wat ons twee betreft. En het zal heel moeilijk zijn om raden.
Brievenboek van mijn ouders: Winnik, 4 januari 1953 “…Ik kan op geen enkele manier een hoofd voor deze brief vinden, omdat ik niet weet hoe je nu nog aan te spreken. Mijn hart is nog steeds zwaar van berouw en bang dat wat ik misdaan heb…
Brievenboek van mijn ouders: Kerstmis 1952 “Mist en zon en regen Zullen komen in dit jaar In Uw huis, mijn vriend, Wens ik de goede Wil Van ’t stalleke.
Brievenboek van mijn ouders: Iddergem, 24 november 1952 “…Het is alsof ik je een heleboel te vertellen heb. Ik kan er niet aan uit, ik moet je schrijven. Och jongen, ik heb toch zo een zalig gevoel in me.
Brievenboek van mijn ouders: Leuven, 4 november 1952 “… Van vandaag af is het ongeveer nog een jaar en acht maand + een paar dagen en dan mogen wij koortsachtig aan de laatste voorbereidselen beginnen voor de gebeurtenis.