Richard Burton (1925 –1984) zag het levenslicht in Wales als Richard Walter Jenkins. Hij was amper twee toen zijn moeder overleed en zijn vader hem in de steek liet. Tot zijn geluk ontfermde zijn zus zich over hem. Het was schoolleraar en Richards latere voogd, Philip Burton, die zijn acteertalent ontwaarde en hem naar het theater bracht. Zijn interpretatie van Hamlet uit 1964 was memorabel en velen zagen in hem de natuurlijke opvolger van Laurence Olivier.
Burton schopte het tot in Hollywood en werd een wereldster. Zijn stormachtige relatie met Elizabeth Taylor leverde hapklare brokken voor de roddelpers. Het koppel stapte in het huwelijksbootje op 15 maart 1964, maar scheidde in 1974 om in 1975 te hertrouwen en het jaar daarop weer te scheiden. Ze werkten samen aan talloze kaskrakers, waaronder verfilmingen van ‘Who’s Afraid of Virginia Woolf?’ en ‘The Taming of the Shrew’. Op het witte doek waren ze een magisch duo, maar achter de schermen gedroegen ze zich vaak als kat en hond en vochten ze allebei tegen hun verslavingen.
Alcohol heeft Burton zijn hele leven parten gespeeld. Ook was hij een stevige roker. Op een gegeven moment zou hij maar liefst drie flessen wodka per dag gedronken hebben en rookte hij tot 100 sigaretten. Naar verluidt dronk hij om de leegte van het leven naast het podium op te vullen. Met alle gevolgen van dien voor zijn gezondheid. Burton overleed uiteindelijk op 5 augustus 1984, op 58-jarige leeftijd, aan een hersenbloeding.
Foto: Joop van Bilsen / Anefo, CC0, via Wikimedia Commons
Recente bijdragen
Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1
Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.
Geef een reactie