Of de psychotische crisis nu aangenaam of kwalijk was, in beide gevallen kan het ertoe leiden dat je vervolgens je niet meer met je studie of werk kunt inlaten, en dat er een conflict in het gezin ontstaat over je eigenaardige gedrag. Van de negatieve symptomen dacht de psychiatrie dat ze een restletsel waren na een psychotische crisis, maar dat ze op zich niet belangrijk waren. Zeg maar collaterale schade.
Gebleken is dat negatieve symptomen al aan de eerste psychotische opstoot vooraf kunnen gaan en volstrekt tot het ziektebeeld behoren. Negatief betekent hier afwezigheid. Daar ontbreekt er iets. Gedrag dat je zou verwachten is er niet. De persoon is emotioneel uitgevlakt, komt tot niets, is futloos en zonder energie. Er is geen initiatief, noch interesse voor de omgeving. Je staart maar wat voor je uit. Je hebt geen zin in sociale contacten.
Je verliest je interesse in je vrienden en je wilt het liefst de meeste tijd alleen zijn. Je neemt de nacht voor de dag. Je kunt je niet concentreren, een programma uitkijken of een boek lezen. Je kunt niet studeren. Het kan komen tot een bijna algehele uitdoving van het gevoelsleven, alsof de ziel is afgesloten en niets meer binnenlaat. Sigmund Freud vat het zo samen: “De neurose loochent de werkelijkheid niet en ze wil er niets van weten. De psychose loochent haar wel en probeert haar te vervangen.”
Psychose is niet altijd het gevolg van uitwendige factoren. Bij sommige mensen komt de geestelijke stoornis van binnenuit en dat berust vaak op erfelijke gronden, zeker bij bipolaire stoornissen die vaak per familie voorkomen. De oorzaak van het psychisch lijden is dan niet een tegenslag of psychotrauma, maar een stoornis van de hersencellen waar je mee geboren bent.
Daar kun je niets meer aan doen, wanneer je daar vroeg of laat achter komt, en je zult het moeten leren aanvaarden. Je kunt alleen maar proberen ermee te leven en er zo goed mogelijk mee om te gaan. Misschien heb je daar hulp bij nodig en dan zou de hulpverlening paraat moeten staan, wat ze niet altijd meteen van de eerste keer doet, en adequaat moeten zijn, wat ze niet altijd is.
Heel vaak zal psychotherapie niet helpen, omdat het om een hardware probleem gaat dat zich in de hersenen afspeelt en dat ook door psychoanalyse niet weg zal gaan. De psycholoog kan wel meehelpen zoeken naar manieren om het draaglijk te maken, om de verwerking van pijnlijke gebeurtenissen te bevorderen en de aanvaarding van de ziekte te bewerkstelligen. Je leert er wel mee om te gaan, en er is hoop voor de toekomst.
Recente bijdragen
Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1
Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.
Geef een reactie