Spring naar de inhoud

Meditatie en roesmiddelen: paradox

Meditatie en roesmiddelen: paradox

Belangstelling

Je kunt meditatieoefeningen inleiden, begeleiden of leiden. Je kunt met andere woorden er voor kiezen minder of meer op de voorgrond te treden als (bege-)leider. Je vraagt om de aandacht van de aanwezigen, maar je moet die vroeg of laat toch ook weer afgeven, omdat mediteren een uiterst persoonlijke bezigheid is waarbij in het ideale geval de aandacht voor de buitenwereld minstens even verloren gaat.

Zo gezien is meditatie een onderdeel van het zelfwordingsproces waarbij jij je ontplooit door innerlijke energiebronnen aan te boren, om als het ware het programma dat ergens in jou is neergeschreven, te lezen en uit te voeren. Als de leider te veel aandacht opeist, bestaat het gevaar dat de aandacht aan hem of haar blijft kleven, in plaats van zich naar binnen te keren, en je op de kern van je wezen te richten.

Daar is het hem om te doen, vind ik. Jezelf vinden, natuurlijk dankzij en met de anderen, maar zonder dat er ooit iemand overheerst, wellicht met uitzondering van de meest rechtstreekse familiale banden. Maar toch, zelfs dan moet nooit één iemand alles overheersen. Wij moeten ernaar streven dat iedereen in de gelegenheid verkeert, zich te ontworstelen van dwang van buitenaf, om volstrekte geestelijke vrijheid te genieten.

Dat is ons doel: de middelen aan te reiken die je nodig hebt als je in de knoei bent geraakt, om de kluisters van de ziel te bevrijden. Met kluisters bedoel ik vormen van geestelijke dwang zoals pakweg het paternalisme. Wat ik daarover denk, heb ik elders uiteengezet. Hier moge volstaan, degenen die niet alleen wensen zelf te mediteren, maar ook degenen die denken dat ze rijp zijn om de methode aan anderen door te geven, uitdrukkelijk te waarschuwen voor deze valkuil.

Als meditatieleider moet je vooral niet te veel aan je eigen persoon denken en niet proberen jezelf in het zonnetje te zetten. Vooral moet je tot elke prijs vermijden dat je over anderen geestelijke macht uitoefent. Je moet ook nooit oordelen. Dat is een aantal verboden op een rijtje.  Als je echt meditatieleraar zou willen worden, dan zou je best eerst voor eigen deur vegen.

Begin er liefst niet aan, als je competitief of sectair ingesteld bent, onrustig of depressief of als je andere kopzorgen hebt die de geest aan banden leggen. Slaak eerst je eigen kluisters voor je gaat proberen die van anderen af te nemen.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

1987 – Oprichting van The Foundation

Sensibilisering rond hiv en aids Midden jaren tachtig. In Vlaanderen heeft de Katholieke Kerk nog steeds de touwtjes in handen. Conservatief en bekrompen. Hoe communiceer je dan over een nieuwe ziekte, die voor iedereen risico […]

Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1

Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.

Kankerpreventie

Kanker voorkomen Wat kunt u zelf doen? Wat kan uw huisarts doen? Wat kan de specialist voor u doen? Primair en secundair Primaire preventie betekent iets doen nog voordat de ziekte ontstaat. Secundaire preventie is […]