Spring naar de inhoud

Goethes Elfenkoning

Goethes Elfenkoning

Goethes Elfenkoning

Ik schreef vorige week een blog over ‘Spleen’, een – vind ik zelf – lelijk woord voor een bijzonder uniek gevoel. Ik wil met de start van oktober daar verder op ingaan: de dagen worden zichtbaar korter en grijzer en de gifgroene planten worden dor. Bladeren verkruimelen van de bomen en kraken als chips onder je wandelschoenen.

Je wandelt door de jaarlijks stervende bomen en planten en de stilte geeft je ruimte om luidop te gaan peinzen en reflecteren.

Herinneringen en een verkoudheid opdoen.

Een avondwandeling doe je niet meer om een gloed van avondzon op je wangen te krijgen, maar om de vochtige wind in je neus en oren te laten knijpen.

Ik kan daar erg nostalgisch van worden.

Als kind vond ik het heerlijk om op herfst- of winterdagen te gaan wandelen in het donker. Dan liepen mijn vader en ik stil naast elkaar.

Mijn vader keek naar boven.

Ik naar achter.

Om te voorkomen dat iets ons zou achtervolgen in het mistige donker.

Mijn vader was niet bang.

Johann Wolfgang von Goethe (°Frankfurt am Main, 28 augustus 1749, †Weimar, 22 maart 1832) kon zijn vinger daar op leggen in zijn ballade Der Erlkönig (1782): “Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind; In dürren Blättern säuselt der Wind.”

Het gedicht Der Erlkönig
Het gedicht Der Erlkönig

[/et_pb_text][/et_pb_column][/et_pb_row][/et_pb_section]


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

1987 – Oprichting van The Foundation

Sensibilisering rond hiv en aids Midden jaren tachtig. In Vlaanderen heeft de Katholieke Kerk nog steeds de touwtjes in handen. Conservatief en bekrompen. Hoe communiceer je dan over een nieuwe ziekte, die voor iedereen risico […]

Inkom gratis

Inkom gratis in mijn hoofd

Inkom gratis Welkom! Hier is altijd iets te doen en de toegang is gratisIk kan moeilijk inkom vragenVoor iets wat zich automatisch genereertMoest ik er nu echt werk in stekenJa, dan vroeg ik wel een […]

Zonnetje aan huis

Of we nog langs de zonnetjes kunnen fietsen, roep je voor je uit in de lege lucht van de zomeravond.
Achter je fietst de ontvanger van je uitroep. Ze antwoordt ja. Je stopt met trappen om je scherpe bocht naar links te nemen.