Spring naar de inhoud

De Kevers

De Kevers

De Kevers

Het is met slaapprut in de ogen dat we door het dagelijkse deuntje gewekt worden
Altijd hetzelfde liedje
En alsof niet de wekker, maar een hogesnelheidstrein ons uit onze slaap heeft gesleurd

(Want
wat zou zaalger voor ons zijn,
Dan, onder hels geratel en gestamp,
Verplet te worden door één trein?)

Blijven we even liggen, met de ogen open
Bekomen van de verre reis in dromenland
Een reis zonder herinneringen
Want de gsm stond in vliegtuigmodus
En vakantiekiekjes werden dus niet gemaakt

Als een tijdmachine bracht de nacht ons naar de nieuwe bestemming.
En met veel woelen, veel turbulenties
Zijn we nu aangekomen
De Volgende Dag.
Een dag die op de anderen lijkt maar toch niet volledig hetzelfde is
Zoals Brussel en Antwerpen
Grijs, snel, lawaaierig

Met wat gekreun en gezucht
Probeer je de terugkomende slaap te overmeesteren
Zoals de grote krokodillenvechter
Zoals een kever die achterover viel op zijn schild
En nu moeite heeft met weer op zijn pootjes terecht te komen
Als een kever
Die tegen de snelheid van de tijd
Recht moet geraken
En maar roept:
“Ja, ja, bedankt wekker, ik sta dadelijk op”

Als een kever
Die zes poten heeft
– In plaats van twee handen en twee voeten –
Om sneller te wandelen
Om meer werk gedaan te krijgen
Ales een kever
Met een groot lijf en kleine kop
Om niet te veel na te denken
Als een kever
Die als een Sisyphus
Strontballetjes de berg oprolt
Elke dag opnieuw

Ja, ja, bedankt wekker, ik sta dadelijk op

En voor je het weet sta je op je twee benen
Witte aspergebenen
Net uit de warme grond geploeterd
Net onder het plastic weggehaald
Geoogst om dan gekeurd te worden

Maar…
Er waren eigenlijk weinig goede redenen om uit het donzige nest te vertrekken
Misschien zelfs géén, betse lezer
Want niks is aanlokkelijker
Dan, met de muffe geur van slaap en ochtendadem
Van zweet en aangedampte dromen,
In de veilige bedburcht te blijven

Niks gezelliger dan de ganse dag
De ganse week
Je ganse leven
Met je wederhelft te blijven liggen
In de gebakken lucht van de Zweisamkeit
Zoals de twee chocoladestaafjes in een boterig chocobroodje

En dan kan eender wat gebeuren
Of de inbrekers nu je huis leegroven
Rusland een atoombom vallen laat
Of de wereld nu in brand staat
Je ligt met twee geborgen
In de het veilige fort van dons en deken
En dat is precies hoe het moet
En dat is precies
Hoe het ooit ook eindigen mag

 

 


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

Ik noem me

Ik noem me: Hanna. Ik noem me: brem in het meervoud. Ik noem me: geel. Ik noem me: struik met knopjes, waartussen de wind strijkt naar je toe. Ik […]

Omhoog kijken

Peter mailt me een foto van de wolken, die hij ziet vanuit zijn bureau, samen met de boodschap: kijk ernaar en reflecteer, Hanna. Ik keek naar het […]

Rode stift

Oma vraagt of ik een glas limonade wil. Ik zeg snel ja, zodat ze weer de keuken in verdwijnt en me alleen laat. Ze heeft de nieuwe stiften in een […]