Wagner, Nietzsche en het nationaalsocialisme
Richard Wagner (1813-1883) blijft tot op de dag van vandaag een omstreden figuur in de klassieke muziekwereld. Hoewel zijn revolutionaire composities hem een blijvende plaats in de canon hebben opgeleverd, wordt zijn werk overschaduwd door zijn diepgewortelde antisemitische denkbeelden. De controverse ligt vooral bij zijn persoonlijke opvattingen, door zijn uitgesproken antisemitisme en de latere associatie van zijn werk met het nationaalsocialisme.
Meistersinger
Wagners antisemitisme heeft tot op de dag van vandaag een schaduw geworpen over zijn nalatenschap. In zijn Das Judenthum in der Musik (1850) laat de componist zich negatief uit over zijn Joodse collega’s, die hij verantwoordelijk achtte voor ‘verloedering’ van de Duitse muziekcultuur. Volgens Wagner zouden Joodse musici niet in staat zijn om authentieke Duitse muziek te maken. Das Judenthum in der Musik was niet alleen provocerend in zijn tijd, maar diende later ook als ideologische munitie voor het antisemitisme van het Derde Rijk. In Israël is er een de facto verbod op de uitvoering van zijn werk.
Is het dan nog mogelijk Wagners artistieke prestaties te scheiden van zijn persoonlijke overtuigingen en het latere misbruik van zijn muziek? Kunnen zijn werken worden gewaardeerd om hun artistieke verdienste, terwijl zijn antisemitisme buiten beeld blijft?
Übermensch
Wagners opera’s vierden Germaanse mythen en voedden het nationalisme, ook weer thema’s die weerklinken met de nazi-ideologie. Die Meistersinger von Nürnberg (1868) en Der Ring des Nibelungen (1853-1874) werden gezien als de belichaming van de geest van de Duitse cultuur. Dat viel bijzonder in de smaak bij Adolf Hitler (1889-1945), die een fervent bewonderaar van Wagners muziek en ideeën was. Hij zag Wagners opera’s als een symbool van de Duitse culturele superioriteit. Wagners muziek werd tijdens nazi-bijeenkomsten en evenementen veelvuldig gespeeld. De nazi’s eigenden zich de werken van de componist toe om hun agenda te dienen, waarbij ze zijn muziek gebruikten om een gevoel van nationale trots en eenheid op te roepen.
Wagner en Nietzsche
Friedrich Nietzsche (1844-1900) die aanvankelijk met Wagner dweepte, keerde zich van hem af onder meer omwille van diens antisemitisme. Nietzsche bewonderde Wagner aanvankelijk om zijn revolutionaire geest en artistieke genialiteit. Zijn essay Die Geburt der Tragödie (1872) verwijst naar Wagner en zijn invloed op de kunst en cultuur. De afstand tussen Nietzsche en Wagner werd echter steeds groter door Wagners openlijke antisemitisme en de manier waarop die zijn kunst gebruikte om nationale en religieuze thema’s te promoten. Nietzsche vond dat Wagners latere werken, zoals Parsifal (1882), de revolutionaire idealen die hij ooit bewonderde, verraden.
Nietzsches eigen tegenstrijdige mening
Ondanks zijn kritiek stond Nietzsche zelf niet per se in het reine. Hoewel hij soms zijn bewondering uitsprak voor Joodse deugden, maakte hij ook denigrerende opmerkingen in zijn private correspondentie en ongepubliceerde notities. Na zijn dood werd Nietzsches zus, Elisabeth Förster-Nietzsche (1846-1935), conservator en redacteur van zijn manuscripten. Ze bewerkte zijn niet-gepubliceerde geschriften om die beter te doen passen in haar Duitse ultra-nationalistische ideologie. Ook herschreef ze de inleiding in een heruitgave van Also sprach Zarathustra (1896). Nietzsche, die zijn laatste jaren in waanzin doorbracht, kwam op die manier ook in het vaarwater van fascisme en nazisme terecht. Geleerden van de twintigste eeuw, zoals Walter Kaufmann, R.J. Hollingdale en Georges Bataille, verdedigden Nietzsche tegen de interpretaties, en al snel werden gecorrigeerde edities van zijn geschriften beschikbaar gesteld.
Nietzsche contra Wagner
De breuk met Wagner culmineerde in zijn werk Nietzsche contra Wagner (1889), waarin Nietzsche Wagners muziek en filosofie bekritiseerde en zijn teleurstelling uitte over Wagners vermeende zwakheden en religieuze vooroordelen. In dit kritisch onderzoek verzamelde Nietzsche selecties uit eerdere geschriften om zijn evoluerende gedachten over Wagner uiteen te zetten. Zijn aanvankelijke bewondering van de artistieke genialiteit en gedeelde filosofische interesses, met name voor de filosoof Arthur Schopenhauer (1788 – 1860) sloeg om in teleurstelling omwille van Wagners vermeende wending naar het christendom en wat Nietzsche zag als een achteruitgang van de artistieke integriteit van de kunstenaar. In het werk beschuldigde hij Wagner ervan te bezwijken voor de maatschappelijke en culturele gemeenplaatsen waar ze zich ooit tegen verzetten. De kritiek reikt verder dan Wagners persoonlijke keuzes, maar grijpt ook zijn muziek en de culturele impact ervan aan. Hij bewonderde Wagners emotionele expressiviteit, maar veroordeelde wat hij zag als manipulatieve en regressieve elementen in Wagners latere werken.
Meer lezen?
Via Wikipedia lees je de tweede druk van Das Judentum in der Musik: https://de.wikisource.org/wiki/Das_Judenthum_in_der_Musik_(1869). Geraadpleegd op 9/11/2024.
Artikel over het verbod van Wagners muziek in Israël: https://www.standaard.be/cnt/dmf20120605_00173765. Geraadpleegd op 9/11/2024.
Artikel over Wagner en Nietzsche: https://www.filosofie.nl/wagner-u-bent-een-ziekte/. Geraadpleegd op 9/11/2024.
Artikel over Wagner en Hitler: https://isgeschiedenis.nl/nieuws/wagner-en-zijn-invloed-op-hitler. 9/11/2024.
Foto van Richard Wagner in 1871. Bron: Wikimedia commons.
Recente bijdragen
Racisme in opera – clichés vermijden en inzetten op inclusiviteit
Raciale elementen uit het opera halen Leestijd: 5 minuten. Het vermijden van raciale stereotypen in opera vraagt om een doordachte aanpak. Regisseurs […]
Racisme in opera – de opvoeringen van Turandot
De opvoeringen van Turandot Leestijd: 7 minuten. Turandots exotisme Reeds in 1926 vond de allereerste uitvoering van Turandot plaats, onder leiding […]
Racisme in opera – Het verhaal van Turandot
Het verhaal van Turandot Leestijd: 6 minuten. Inleiding De Italiaanse componist Giacomo Puccini (1858–1924) blijft met zijn opera’s nog een vaste […]
Geef een reactie