Redu, een plaats in Peter’s hart
Deel 2
Ik zie twee gezichten op mijn computerscherm. Eén bekend, één nieuw. Peter en Paul. Ze zijn enkele generaties ouder dan ik en allebei verliefd op een en dezelfde plek: Redu, le village du livre.
Ikzelf voel me een beetje het onwetende lammetje. Tot voor kort zei de naam ‘Redu’ me niets en zou ik schaamteloos gegokt hebben dat het een automerk was.
Sinds het gesprek staat het woordje echter bovenaan op de lijst van mijn te bezoeken plekken.
Voor Peter heeft het dorp al dertig jaar een bijzondere plaats in zijn hart. Toen hij te horen kreeg dat een van zijn gedichten op een plakkaat gedrukt zou worden om in het dorp op te hangen, was hij dolenthousiast.
Het was Paul de Groeve die daar voor zorgde. Paul is al een tiental jaar vrijwilliger in het boekendorp en maakte een selectie van gedichten voor de jaarlijkse poëziewandeling in Redu.
En zo vond hij ook Peters werk.
Als ik vraag hoe ze nu met elkaar in contact zijn gekomen, glimlachen ze: “Ik had Peter al vier à vijf mails gestuurd via zijn website, en nooit antwoord gekregen. Na verloop van tijd dacht ik: oh jee, dit gaat niet lukken, ik vind nergens een telefoonnummer…”
Een zonnig gesprek.
Tussen Peter, Paul en mij.
Redu en Peter: een context
Hanna: Paul, wat is er nu zo speciaal aan het boekendorp Redu?
Paul: Sinds een tiental jaar proberen we met een aantal vrijwilligers om Redu een beetje te dynamiseren, nadat we het gevoel kregen dat alles wat stilgevallen was. Het boekendorp bestaat ook al 38 jaar en de vrijwilligers die toen het hele concept op poten zetten, zijn ondertussen de tachtig voorbij.
Met een groepje vrijwilligers van verschillende leeftijden organiseren we tal van culturele aangelegenheden in Redu. Zo is ook het idee ontstaan van de jaarlijkse poëziewandeling. Oorspronkelijk was dat eigenlijk naar aanleiding van de honderdste verjaardag van het einde van de eerste wereldoorlog, dus in 2018. De wandeling ging toen over soldatenpoëzie. Dankzij het toenmalige succes is de poëziewandeling uitgegroeid tot een jaarlijks event.
Ikzelf ben van stadsmens naar natuurmens geëvolueerd. Ik hield me altijd bezig met wat er in de stad te doen was: cultuur. Vandaag trekt de natuur me aan, maar ik neem een deel van de stedelijke cultuur mee en probeer dat, samen met andere vrijwilligers, hier in de natuur te integreren, als het ware. Met het oog op de toekomst merk ik dat er nog allerhande dingen op komst zijn…
Hanna: U heeft als het ware een deeltje van de stad naar de natuur gebracht: de cultuur.
Paul: Ik vind cultuur iets levensnoodzakelijk, ja, toch wel.
Hanna: Kan u verklaren waarom u dat levensnoodzakelijk vindt?
Paul: Ik vind dat voor mij levensnoodzakelijk. Het is simpel: een dag zonder cultuur, is een dag niet geleefd. Dat gaat van muziek luisteren, boeken lezen, naar een cinemabezoek… het leven is anders zo verschrikkelijk saai, zonder al die dingen.
“… een dag zonder cultuur, is een dag niet geleefd. Dat gaat van muziek luisteren, boeken lezen, naar de cinema gaan… het leven is anders zo verschrikkelijk saai, zonder al die dingen.”
Hanna: Peter, bij u denk ik dan aan het feit dat u overdag arts bent en mensen in nood helpt, en ’s nachts de auteur die een literaire boodschap onder het volk wil verspreiden
Peter: Ja, voor mij is literatuur heel belangrijk geweest in mijn leven omdat ik een deprimerende jeugd heb gehad. Mijn moeder had multiple sclerose en dat heeft heel veel in mijn jonge jaren bepaald. Literatuur was in die zin wel een soort van bevrijding, een ontsnapping uit de wereld voor mij. Ik wilde eigenlijk auteur worden, maar mijn moeder overtuigde me om arts te worden. Dat was oorspronkelijk wel tegen mijn hartenwens in, maar nu heb ik mijn weg gevonden. Ik kan mijn twee rollen gescheiden houden: overdag de arts, die Peter Van Breusegem heet, en ’s nachts de auteur, die Dirk van Babylon heet. Een beetje een dubbelleven, maar nu kan ik overdag gewoon arts zijn zonder dat daar extra verhalen aan vast hoeven te hangen. Peter en Dirk: dat zijn twee andere levens met andere verhalen. In mijn praktijk sta ik als het ware los van mijn schrijfsels.
Nu, wat Redu betreft: ik ben in de jaren negentig voor de eerste keer in het dorp geweest. Ik kwam daar als student omdat ik zo graag las en daar boeken kon vinden die veel goedkoper waren, meestal in het Frans, want die waren nog lager in prijs dan de Nederlandstalige. Het is een plek waar ik dus ook enorm graag vertoef. Het is niet zo dat ik er jaarlijks kom, maar ik stop er wel regelmatig als ik bijvoorbeeld op weg ben naar Italië.
Redu is een plek vol sfeer, waar rust te vinden is. Echt verwonderlijk. De mensen evenzeer.
En ja, zeker nu mijn gedicht er hangt, heeft het dorp een speciale plek in mijn hart gekregen.
Hanna: Hoe zijn jullie nu in contact gekomen met elkaar? Hoe is uw gedicht daar terechtgekomen, Peter? Want als ik het goed begrepen heb, hangt u daar tussen Goethe en Baudelaire.
Peter: Paul, eigenlijk sta ik er zelf nog van versteld. Hoe heeft u mij gevonden? Ik ben geen wereldberoemde auteur of zo, ik ben zelf wel benieuwd naar dat verhaal.
Paul: Ja, ik ben daar inderdaad verantwoordelijk voor geweest. Ik maak iedere keer de selectie van de gedichten voor de poëziewandeling. Als we een jaarlijks thema gevonden hebben gaan we op zoek, in ons geheugen, in bundels, op internet… Mijn collega houdt zich bezig met Franstalige poëzie, ik met Nederlandstalige en Duitstalige. Tijdens mijn zoektocht botste ik op Peters gedicht Geschiedenis van het glasen ik vond dat gewoonweg perfect passen bij ons thema. Er was veel concurrentie, we hadden Paul van Ostaijen, Karel van de Woestijne, Maud Vanhauwaert… maar over Peters gedicht hebben we geen seconde getwijfeld… dat moest er gewoon in.
“Er was veel concurrentie, we hadden Paul van Ostaijen, Karel van de Woestijne, Maud Vanhauwaert… maar over Peters gedicht hebben we geen seconde getwijfeld… dat moest er gewoon in.”
En dan staat je gedicht daar…
Hanna: Wat was uw reactie, Peter? Redu was al een speciale plaats voor u, en dan krijgt u dit nieuws…
Peter: Ik was echt bijzonder in mijn nopjes! Hier doe ik het echt voor, schrijven is voor mij iets om feedback te krijgen. Ik hoef geen duizenden lezers, liever heb ik enkele lezers die me dan achteraf wel contacteren om te zeggen dat ze iets aan mijn schrijfsels gehad hebben.
Ik voel me echt heel gelukkig dat Paul mijn gedicht heeft gekozen. Dat is… ja… zalf op mijn ziel zal ik maar zeggen.
Paul: Ja, en toch heb ik nog heel heel hard mogen duwen! Vooraleer we iets publiceren, willen we natuurlijk toestemming krijgen van de auteur of van de uitgeverij. Ik had Peter al vier à vijf mails gestuurd via zijn website, en nooit antwoord gekregen. Na verloop van tijd dacht ik: oh jee, dit gaat niet lukken, ik vind nergens een telefoonnummer. Maar dan ben ik gaan zoeken op zijn eigen naam (dus niet via de naam Dirk Van Babylon) en heb ik hem kunnen contacteren via zijn praktijk. Daar heb ik dan ook nog een vijftal keer mogen proberen, en uiteindelijk kreeg ik hem op die manier toch vast… tijdens zijn werkuren.
Peter: Ik moet u daarvoor nog bedanken, dat u zo aangedrongen heeft, want ik ben er erg blij mee.
Peter met zijn dochter voor Geschiedenis van het glas. (Foto door Peter Van Breusegem)
Hanna: En krijgt u veel reacties van mensen die u kent of niet kent?
Peter: Ik was samen met mijn partner en mijn dochter in Redu om de poëziewandeling te doen. Het feit dat ik dan voor mijn gedicht met mijn dochter op de foto ging, maakte het heel erg bijzonder. Dat zij zo fier is, dat alleen al maakt me enorm gelukkig.
“Het feit dat ik dan voor mijn gedicht met mijn dochter op de foto ging, maakte het heel erg bijzonder. Dat zij zo fier is, dat alleen al maakt me enorm gelukkig.”
Hanna: Maar het gedicht is niet geschreven naar aanleiding van de poëziewandeling. Hoe kwam u dan op het idee om iets over glas te schrijven?
Peter: Ik heb doorheen de jaren eigenlijk een scheurkalender gemaakt. Ik ben in de jaren tachtig begonnen met het schrijven van poëzie. Na een hele tijd had ik uiteindelijk ook echt genoeg gedichten om er een scheurkalender van te maken. Ik publiceer er nu regelmatig een op mijn site, maar ik had nooit gedacht dat een van die gedichten in mijn favoriete dorp zou hangen.
Mijn sonnetten hebben allemaal verschillende onderwerpen. Ik heb ze regelmatig ook steeds opnieuw gepolijst. Vaak is het thema geïnspireerd op wat er gebeurt in de maatschappij, of iets anekdotisch, kijk bijvoorbeeld naar mijn gedicht Beer.
Hanna: Paul, is poëzie voor u ook anekdotisch? Hoe kijkt u daarnaar?
Paul: Ja, in alle bescheidenheid: ik schreef ook poëzie die ik heb kunnen publiceren in verzamelbundels, maar vandaag schrijf ik vooral voor het plezier, ik doe er verder niks mee. Het gaat wel altijd om gedichten. Ik ben namelijk iemand van de sprint: ik hou van het korte werk en zou geen boek kunnen schrijven. Eigen aan mezelf.
Poëzie is en blijft fantastisch. Ik kan zo gelukkig worden van een paar regels die prachtig geschreven zijn. Ik ontdek de laatste jaren zo veel mooie, nieuwe dichters in de Nederlandstalige poëziewereld. Vooral heel veel vrouwen, en veel verrassende dingen ook. Dichters die met heel sterke en heel innovatieve dingen komen. Hun niveau zou ik zelf op geen enkele manier kunnen evenaren.
“Poëzie is en blijft fantastisch. Ik kan zo gelukkig worden van een paar regels die prachtig geschreven zijn. Ik ontdek de laatste jaren zo veel mooie, nieuwe dichters in de Nederlandstalige poëziewereld.”
Moderne poëzie
Hanna: Persoonlijk heb ik wel een beetje het gevoel dat poëzie vandaag de dag vooral belangrijk gevonden en gewaardeerd wordt door mensen die er zelf mee bezig zijn…
Paul: Hmmm, ik denk dat er vandaag de dag toch nog veel poëzie geproduceerd wordt, in verschillende moderne vormen. Kijk naar Instagram of TikTok. Er duiken nieuwe vormen zoals slam poëzie, spoken word of rap op. Dichtbundels worden amper nog verkocht, maar er zijn tal van alternatieven, events en kanalen die wel rond poëzie draaien.
Wat, ik zeg nu maar iets, Zwangere Guy doet, namelijk zijn ellende er rappend uit gooien, is ook een vorm van poëzie. Hij vindt een publiek dat anders nooit met zoiets in contact was gekomen. Als je kijkt naar grootsteden zie je dat er evenementen en straatkunstwerken opduiken die poëtisch zijn. Nog een ander voorbeeld is BookTok, waardoor jongeren via TikTok opnieuw hun weg naar lezen vinden.
Als ik kijk naar de poëziewandeling, zie ik mensen die getrouw de hele tocht wandelen, maar evenzeer zijn er mensen die toevallig zo’n bord tegenkomen en er even bij blijven staan. Je kan er ook niet echt naast kijken. Mensen merken het op en hebben er wel plezier in. Dat is heel leuk om te zien.
Hanna: Poëzie als medium moderniseert ook veel sneller dan literatuur. Het is veel gemakkelijker om er innovatief mee om te gaan en het bijvoorbeeld in het straatbeeld op te nemen.
Peter, u heeft het internet ook gebruikt om mensen te bereiken, maar u schrijft nog steeds de klassieke sonnetten. Denkt u dat u ooit iets moderns gaat proberen?
Peter: Ik heb ook al wel liederen en rondelen geschreven, ik ben iemand van de klassieke vormen. Waarom? In de norm ligt de bevrijding. Je volgt een klassiek schema en kan daar dan mee spelen. Eerlijk gezegd is dat nog steeds een geknutsel. Het leuke is dat je een klassieke vorm voor een modern thema kan gebruiken.
Paul: Voor de poëziewandeling heb ik ook naar moderne poëzie gezocht. Ik weet niet of dat gelukt is, je zit uiteindelijk vast aan het thema van het glas, en dan moet je eerder kijken naar waar het thema voorkomt dan naar de diversiteit van je verzameling. De canon is uiteindelijk nog steeds heel mannelijk, en eigenlijk merk ik nu ook wel dat ik – ondanks het feit dat ik er op gelet heb – vooral ook gedichten vond van mannelijke dichters. Ik had er graag wat meer vrouwelijke in gehad, maar ik heb er geen gevonden, hoe hard ik ook zocht.
Onze vorige thema’s waren water, bomen… ja dat zijn meer klassieke thema’s over de natuur waar veel vaker over geschreven wordt.
Het is belangrijk ook om grote namen te hebben in de verzameling van gedichten omdat je dan een kwaliteitsniveau poneert waarbij je minder bekende dichters als het ware op eenzelfde hoogte kan zetten. Als je allemaal onbekendheden gebruikt dan krijg je de discussie dat al dan niet iedereen er tussen zou kunnen hangen, de dorpsdichter hier, de dorpsdichter daar…
Als je een festival met grote namen organiseert, heb je uiteraard ook meer publiek. Inspelen op herkenbaarheid heeft een grote invloed. Mensen zien Baudelaire en denken aan die keer dat ze iets van hem lazen. Ook uitgeverijen vragen wel om hun naam erbij te zetten, het is dus voor hen wat reclame. Er zijn namelijk veel mensen die gedichten zien en denken: oh, die auteur ken ik, daar wil ik nog wel eens iets van lezen.
Hanna: Peter, waarmee zou u nog willen afsluiten?
Ik wil Redu graag nog in het zonnetje zetten. Dit was een eerste goede gelegenheid daarvoor. Ik hoop, Paul, dat we nog verder kunnen werken samen, want Redu blijft bijzonder voor mij.
Lees Redu, een plaats in Peters hart – Deel 1.
Bezoek de website van Redu: https://www.redu-villagedulivre.be/nl/
Geschreven door Hanna Brems.
Recente bijdragen
Racisme in opera – clichés vermijden en inzetten op inclusiviteit
Raciale elementen uit het opera halen Leestijd: 5 minuten. Het vermijden van raciale stereotypen in opera vraagt om een doordachte aanpak. Regisseurs […]
Racisme in opera – de opvoeringen van Turandot
De opvoeringen van Turandot Leestijd: 7 minuten. Turandots exotisme Reeds in 1926 vond de allereerste uitvoering van Turandot plaats, onder leiding […]
Racisme in opera – Het verhaal van Turandot
Het verhaal van Turandot Leestijd: 6 minuten. Inleiding De Italiaanse componist Giacomo Puccini (1858–1924) blijft met zijn opera’s nog een vaste […]
Geef een reactie