Spring naar de inhoud

Brievenboek van mijn ouders: tante Dina

Brievenboek van mijn ouders: tante Dina

We beginnen met een klein fragment van een herinnering van tante Dina aan een gebeurtenis die omstreeks het jaar 1950 moet hebben plaatsgevonden. Zij was een oorlogskind, geboren in 1944, enigszins ongewenst. Ze heeft het hier over zichzelf in de derde persoon.

“Ons Dina was toch maar een ongelukje,” zegt Louisette terwijl ze in de slaapkamer met moeder een paar lakens opvouwt. Ze vergeet dat de zesjarige Dina nog in bed ligt en alles kan horen. Het kind begrijpt de draagwijdte van die uitspraak niet, maar haar onderbewustzijn vertelt haar dat er iets onvergeeflijks gebeurt. Hete tranen rollen over haar wangetjes.

Moeder neemt haar op schoot en verzekert haar dat ze heel gelukkig was toen er nog een vierde kindje bijkwam. Ze drukt Dina aan haar ontzaglijk grote borsten waar het kind in wegzinkt als in een donzen bed, terwijl een golf van genot haar overspoelt. “Gij zijt toch mijn klein dienemouchke, mijn dikke mot,” zegt moeder, terwijl haar hand liefkozend over Dina’s dikke billetjes glijdt.

Dat moment wordt als met een burijn in het geheugen gegrift: dienemouchke, moeder heeft haar “mijn klein dienemouchke” genoemd, een woord zoeter dan honing. Dina is het vijfde wiel aan de wagen, het nakomertje dat niet meer werd verwacht. Louisette, de oudste, is een prachtmeid: slanke lichaamsbouw, lichtgroene ogen, natuurlijk golvend mahonie haar, een gebit dat elke tandarts in katzwijm doet vallen.

Omdat ze gedurende een paar jaar opgevoed werd bij haar Franstalige grootmoeder in Brussel, spreekt ze af en toe Frans met mèreke, zoals ze moeder noemt. Tussen haar en mèreke bestaat een geheime verstandhouding die Dina voelt, maar niet begrijpt en dat besef werkt als een bijtend zuur in Dina’s gemoed. Louisette is extravert, de stralende zon in het gezin.”


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen