Het vlees wordt zwak, maar de geest is sterker…
“…Ik ben blij dat die lange verloving bijna gedaan is. Wij hebben heel mooie momenten gehad, maar nu op ’t laatste wordt het toch zo moeilijk. Eens op een zeer mooie avond in Welle is het begonnen en het is steeds maar lastiger geworden. Mijne jongen toch, je zijt zo sterk en ik heb zo’n vast betrouwen in jou. Zondag heb je op mij niet kunnen rekenen.
Je lichaam trilde en je greep werd vaster en ’t is alsof die trillingen dan in mij overgaan, en alles is dan weg, de wereld en de mensen en zelfs de auto waarin we ons bevinden en alleen jij zijt er dan nog, en in mij is dan zo’n groot verlangen om mij in volle overgave aan jou weg te schenken. Maar we willen voort ons best doen, hé jongen, en niet meer stoppen waar we alleen zijn. Anders gaan we geen proper huwelijk hebben en onze kinderen zullen het ook niet zijn. Mijne jongen, wil je me helpen, want ik wil het wel, maar ben soms toch zo zwak…”
Geef een reactie