Spring naar de inhoud

Brievenboek van mijn ouders: Winnik, 4 januari 1953

Brievenboek van mijn ouders: Winnik, 4 januari 1953

Arseen heeft spijt, omdat hij soms zo onbeholpen uit de hoek komt tegen zijn meisje Louisette…

“…Ik kan op geen enkele manier een hoofd voor deze brief vinden, omdat ik niet weet hoe je nu nog aan te spreken. Mijn hart is nog steeds zwaar van berouw en bang dat wat ik misdaan heb, te moeilijk hersteld zou kunnen worden. Och liefje, vergeef het mij. Ik ben moe nu, moe van het niet in slaap geraken en ik moet mij inspannen om deze voormiddag deftig door te krijgen en een brief te schrijven die leesbaar is. Och, wat heb ik nu weer over ons beider hoofd gehaald.

Het is nu niet symfonisch meer, maar het plotse onderbreken van een mooi intermezzo. Het was zoals het plotse knappen van alle vioolsnaren tegelijk gisteravond en ik heb je niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk ziek gemaakt. Waarom ben ik zo bruut soms? Of zo onmogelijk in mijn zeggen en doen. Ik voel mij nu als Lucifer die van zijn troon aan ’t vallen is. Maar ik heb toch zo een spijt. Kun je me niet vergeven wat aan Lucifer aangerekend werd…?”

In het najaar verschijnt ‘Vi to (Wij twee). Het brievenboek van mijn ouders’ integraal bij Beefcake Publishing. Meer daarover binnenkort op deze website! 


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

A-priori

Het succes van ons gedicht zal ervan afhangen of het toespreken ook een aanspreken wordt. Voel je je als lezer aangesproken door het gebodene? […]