Louisette schrijft Dina een briefje vanuit het revalidatie-oord in Oostende. Ze boek slechts mondjesmaat vooruitgang…
“Beste zus,
ik wens je een gelukkige verjaardag. Ik had daar gisteren moeten aan denken, maar met zo’n zaken ben ik nooit op tijd. Beter laat dan nooit en het is toch maar een dag over tijd.
Nu weet ik eigenlijk niets over jullie allen. Nog geen brief deze week. Ik ben hier door iedereen verlaten en vergeten. Gelukkig komt Arsène morgen. Met de handen is het nog altijd zeer slecht gesteld en ik kan nog niet rechtstaan ook. Bij mij zal het in een keer komen.
En hoe gaat het anders in Anderlecht? Voel je dat je negentien lentes telt? Je wordt oud, hé mens. Ben je nog altijd slank ten koste van veel honger en ontberingen? Il faut souffrir pour être belle, dat weet je toch.
Het is hier weer zo’n slecht weer. Regen en kou. Ik geloof dat ik hier mijn matten ga rollen. Ik ben het zo beu als koude pap. Er gaan weer twee verpleegsters weg. De verzorging is maar zus en zo. Het liedje “J’attendrai”[1] komt hier goed van pas.
Dina, meisje, ik ben moe.
Tot ziens,
Louisette.
[1] ‘J’attendrai’ is een populair Frans lied dat voor het eerst werd opgenomen door Rina Ketty in 1938 (Bron: Wikipedia).”
Op de foto zien we Dina. Ze is inmiddels een aantrekkelijke jongedame.
Geef een reactie