Arseen vervult zijn dienstplicht. Het gescheiden zijn van elkaar valt het koppel zwaar. Vooral nu Louisette in blijde verwachting is…
“…Mijn man, ik ben zo aan jou gehecht met alles wat aan mij is. Ik kan je gewoonweg niet meer missen. Je manier van doen, van spreken, met alles ben ik zo vertrouwd. Ik mis de sigarettenreuk wanneer ik hier ’s avonds binnenkom. De kaarten liggen ook niet meer op tafel. De krant wordt niet opengeslagen. Mijn man toch, het is zo hard zonder elkaar te moeten leven. Ik verlang zo veel naar mijn grote, sterke jongen.
Ik denk niet dat ik nog ooit kwaad op jou kan worden. Ik weet zeker dat jij ook veel aan mij denkt en dat je om alles bekommerd zijt. Voor het kindje van jou, dat ik onder mijn hart draag, draag ik veel zorg. Het moet blijven leven. Ik zou zo graag beweging voelen, dan zou ik niet zo alleen zijn. Och, het zal wel komen. Die acht weken zullen ook wel passeren en dat er dan nog eens iemand probeert om ons te scheiden.
Mijn lieve man, heb maar veel moed, ik heb er ook. Probeer me toch zo gauw mogelijk op te bellen. Ik wens je een zalige verjaardag. De eerste nacht die we nu samen doorbrengen, dat zal er een geweldige zijn. Een verjaardagsnacht!
Ik kus je en laat mij kussen en ik schenk je alles wat ik maar geven kan. Ik denk veel aan jou en ik verwacht jou en ik verlang naar jou. Dag mijn soldaat. Misschien tot zondag…”
Geef een reactie