Spring naar de inhoud

Brievenboek van mijn ouders: Leuven, 9 maart 1954

Brievenboek van mijn ouders: Leuven, 9 maart 1954

Gebit bij de tandarts

Arseen ziet vol zelfvertrouwen zijn toekomst als tandarts tegemoet…

“…Wij zullen er wel komen, daar ben ik van verzekerd. Zoals ik nu mijn zelfvertrouwen heb gevonden, dat ik jarenlang niet heb gehad, zal ik wel succes hebben, want geen succes zonder zelfvertrouwen. En daarbij, ik kom hier in de kliniek van die tekens tegen die aanduiden dat ik later zal slagen en furore maken. Bijvoorbeeld dat nonnetje bij wie ik 4 tanden verzorgd heb, en die gisteren zei, toen ze voorgoed wegging: “Ik hoop toch, mijnheer, dat ik bij u mag terugkomen, als ik nog een te verzorgen tand moest hebben, want het is de eerste keer dat ik op mijn gemak zat in een tandartsstoel.”

Of de kleine kinderen die lachen als ze een derde of vierde keer terugkomen, waar ze de twee eerste keren weenden. Het gevolg daarvan is dat ze (de secretaressen en de verpleegster) mij altijd de kinderen op mijn hals sturen. Maar je moet soms toch met trucjes werken. Zo was er een vrouw van 70 jaar die beweerde altijd ziek te zijn van een injectie en dus heb ik een gewone ampul genomen en gezegd: “Zie madame, dat is nu een speciale pikuur en ik denk niet dat ge er van zult weten nu.”

Ze is vandaag teruggekomen en ze zei dat het de eerste keer was dat ze niet naar bed moeten gaan is na een extractie. “Mentir est le seul privilège des medecins[1].” “En je moet ze kunnen vastpakken”, zei de cafébaas, en hij goot er zeven na elkaar naar binnen…”

[1] Liegen is het enige voorrecht van de artsen.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

A-priori

Het succes van ons gedicht zal ervan afhangen of het toespreken ook een aanspreken wordt. Voel je je als lezer aangesproken door het gebodene? […]