Een zware periode breekt aan voor het koppel…
“…Hang deze (brief) op in een kadertje, want het zou kunnen voor lang zijn eer er een vervolg op komt. Want het is de laatste keer dat ik mij het plezier gun om nog eens naar mijn meisje te schrijven voor het einde van de grote slag. En dan komt de vakantie en zullen wij dikwijls genoeg bijeen zijn, zodat brieven schrijven niet meer nodig zal zijn. Ik heb nu nog vijf examens af te leggen die niet van de poes zijn.
Aangezien ze elk op een aparte dag vallen (buiten één waarvan ik het niet kan zeggen, daar de datum nog niet gekend is), mag ik wel hopen van er al dan niet schitterend, maar toch erdoor te komen. Gemakkelijk of niet gemakkelijk, erdoor komen moet ik. Punt. En ik zal erdoor komen. Punt. Niet te veel blokken en het zal wel gaan. En nu zit ik fris als een vers wakker haantje.
’t Is te hopen dat ik binnen een aantal dagen mag kraaien. En ik weet niet hoe ik het heb, maar ik ben zo gerust in mijzelf. Het is zo een gevoel dat ik voor de examens nooit gehad heb vroeger. Is het misschien zelfzekerheid? Ik weet immers niet goed wat het is, vermits ik het vroeger nog nooit heb gehad. Of is het mijn geweten dat gerust is en dat mij zegt: “Je moet er het een en ander van kennen, van je stof.”
Een mens denkt altijd dat hij nooit zijn leerstof kent. Ik wist precies niets meer toen ik binnenging vanmorgen, maar bij de eerste vraag al rolde het eruit precies of het er lang genoeg ingeperst gezeten had. En op het einde was het: “C’est très bien Monsieur, vous pouvez disposer.”
En nu heb ik nog juist 10 dagen die ik ga verdelen over mijn cursussen om ze nog eens allemaal snel te overlezen en dan is het boeken toe en examens. Namelijk een op 30 juni, 1, 3 en 7 juli en daartussen moet er nog een vijfde ingeschoven worden waarvan de datum nog niet geweten is. Ze liggen dus tamelijk uiteen en het is dat wat ik hebben moet. Dus moed Breus, en ’t zal wel afgeraken op een deftige manier…”
Geef een reactie