Spring naar de inhoud

Brievenboek van mijn ouders: Parijs, 25 mei 1953

Brievenboek van mijn ouders: Parijs, 25 mei 1953

Vintage afbeelding eifeltoren en vrouw

Louisette brengt een ‘blitzbezoek’ aan Parijs met Monty en zijn vrouw. Ze brengt verslag uit aan Arseen, die aan het thuisfront is gebleven om te studeren…

“…Aankomst te Parijs: eerst wat rondgekeken, dan voortgestapt. Plots een gil “Mademoiselle!” De man die dat riep of liever de eigenaar van die stem was Monty. Kennismaking met de andere twee. ’t Zijn ook Hongaren, ze bewonderen Monty om zijn uitgebreide kennis van de Franse taal. De man heeft een kletskop, voor de rest kan het er nog door.

Zijn vrouw is precies een kip die geen eieren wil leggen en ze heeft de eigenaardige manier altijd haar rokken op te heffen, omdat ze het te warm heeft. Ze heeft al foto’s genomen van alle mogelijke posen. Voor de rest zou ze graag eens gaan zwemmen, omdat ze het te warm heeft. Ze noemt dat in de la ‘eau gaan. Enfin, ’t kan nog passeren. We zijn reeds naar Versailles geweest. Monty vliegt erdoor dat mijn haren er soms recht van staan. Hij wist de weg niet, stopt en spreekt een agent aan. Die mens expliqueert het met handen en voeten. Hij rijdt voort en neemt een andere weg. Natuurlijk wijs ik hem erop.

“Il ne sait pas”, antwoordt hij daarop. Probeer je dan eens serieus te houden, ik heb in mijn vuistje al dikwijls moeten lachen. Om 3 u. ongeveer zijn we naar Versailles gevlogen en in recordtempo de vele zalen en salons doorgelopen. Einde van de historie. We waren de mannen kwijt. Er was bijna zoveel volk als in het autosalon. Het wemelt in mijn hoofd van Marie-Antoinette en Lodewijk van 1 tot met 16. Toen we terugkwamen, overviel er mij zo een moeheid. Ze hebben medelijden gehad. Ik ben nu zogezegd aan ’t rusten en straks om 9 u. komen ze me halen om te souperen en daarna de lichten van Parijs te zien. Als dat eten zolang duurt als vanmiddag, wel dan moet ik aan geen slapen denken.

Van de nachtkroegen hebben ze hun buik van vol. ’t Was er te warm, zeggen ze. Dus ik ben gerust op dat gebied. Ze zullen me niet meevragen. Ik ga eerst alles opeten wat hier nog te vinden is. Zes pralines, twee appelsienen en het overschot van de kaas. Daarna ga ik proberen te slapen, om er straks fit uit te zien…”

Wilt u graag uw steentje bijdragen tot de totstandkoming van ‘Vi to (Wij twee). Het brievenboek van mijn ouders’? En het boek en allerlei exclusieve voordelen ontvangen voor uw hulp? Neem dan hier een kijkje. Klik op de ‘Reward’ van uw keuze om uw bijdrage te bevestigen en vul uw persoonlijke gegevens in. Lukt het niet om een bestelling te plaatsen of heeft u vragen? Stuur dan een mailtje naar karoselhorst@gmail.com.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

A-priori

Het succes van ons gedicht zal ervan afhangen of het toespreken ook een aanspreken wordt. Voel je je als lezer aangesproken door het gebodene? Daaruit volgt de vraag voor de maker…

Berlijn

Louisa vond Berlijn een mooie en aangename stad, omdat ze kleurig is. Brussel daarmee vergeleken is grauw en grijs. Dat vindt ze deprimerend.