Zwarte Piet
Voorgelezen door Dina Sonck
Op tafel liggen saam gevouwen zwarte handen.
Een Afrikaanse jongen, amper twintig jaar,
De kneukels kruiselings geschrankt in bidgebaar,
Hier aangespoeld uit de erbarmelijke landen.
Omhanden heeft hij niets, en ook geen onderpanden.
Papierloos stotterende, zwarte stamelaar,
Uit kortgeschoren schedel priemend kroezelhaar,
En een gebit volledig blikkerende tanden.
Hier aanbeland uit krijgsgebied vol dampend kruit
Ik kan mijn ogen naar ik lees, niet meer geloven:
Op vaste grond van een onwrikbaar raadsbesluit,
Wordt hij weer naar zijn eigen roofstaat afgeschoven.
De stempel wijst de jongen onbetwistbaar uit.
Hij schudt mijn hand en keert mijn ziel ondersteboven.
Geef een reactie