Te Deum
Voorgelezen door Dina Sonck
Bijna gesloopt door wijn en osteoporose,
Gaan priesters voor onder gewelf van Koekelberg,
De ene na de ander ingestorte dwerg,
Ten prooi aan celibaat en eenzaatflatneurose.
De koepel trilt van de orgelapotheose.
Een koude rilling dringt tot in het ruggenmerg.
Dat hoort er elk jaar bij en niemand vindt het erg.
De kerk vormt met de staat een soort van symbiose.
Ze staan er bij elkaar, het wassenbeeldmuseum,
Te rillen in hun bontjas in de klamme basiliek,
En luisteren naar het gefluisterde Te Deum.
Gestelde lichamen vol jicht en reumatiek,
Gestrompeld naar de drempel van ‘t millennium,
Madame Tussaud met een patina van antiek.
Geef een reactie