Op vossenjacht
Voorgelezen door Dina Sonck
De tijd is nu gekomen om een jachtkreet aan te heffen.
Daar staat de jagerstoet te blinken en gereed,
Een amazone die kordaat naar voren treedt,
In het ter plaatse trappelende ochtendtreffen.
De ruiters in een rode pandjesjas gekleed,
Terwijl de teven huilen en de reuen keffen.
Een paar drijfhonden in de meute aan het beffen.
Als tijdverdrijf is het niet echt aan mij besteed.
Hoor, hoe de jachthorens klaroengewijs weerschallen!
Daar breekt de jacht in golven uit de dierkracht los:
En stort zich op het land met struikelen en vallen,
En snelt in grote vaart het veld voorbij naar ‘t bos.
Het aantal jagers is in grote overtallen,
Als je het vergelijkt met de gejaagde vos.
Recente bijdragen
Links, rechts, averechts
Jij schreef omtrent wie straks de volkseenheid gaat leiden, en reageerde koeltjes op mijn pennenvrucht. Een rechtse voorstander van orde en van […]