Skip to main content

Nevel en regen

Nevel en regen

Nevel en regen

Voorgelezen door Dina Sonck


Naar Baudelaire
 
O herfstig einde! Winters, lentes, moddervlagen!
De geeuw van jaargetijde. Lof en dank de dagen,
Die mij omsluieren van hart tot hersenbrein,
Met lijkwade van wasemdamp en zerkgordijn.
 
Een kaal gebied waar koud de strakke winden ragen,
Die lange nachten waaien en de draaischouw plagen.
Mijn ziel, aan beterhand na lauw vernieuwd te zijn,
Klapwiekend als een raaf in flauwe avondschijn.
 
Wat is er zoeter voor een hart vol rouwbeklag,
Waar kille neerslag sinds zo lang op neder slaat,
Grafbleke jaargetijde, O vorstin klimaat!
 
Dan ‘t eeuwigdurend afzien van uw schemerdag?
Als niet op een maanloze avond twee aan twee,
De pijn zich neervlijt in onechtelijke stee.
 


2 Replies to “Nevel en regen”

  1. Zon en blauwe lucht

    Er werd wel veel en smartelijk geleden door de dichters
    In zijn tijd, en dat werd nogal vettig aangezet
    Ze waren dramaklagers, huilerige onheilstichters
    Verwijlden meestal met een kater van absint in bed

    Nu ben je boos op mij want tja, de grote Baudelaire
    Staat hoog en eenzaam op een voetstuk in je geest
    In het Frans droeftoeterig zijn rijmen uit te blèren
    Een grootser dichter is er na die tijd niet meer geweest

    Ik droeg je nevels en je regens aan mijn meisje voor
    Ze houdt van poëzie met humor en lichtvoetigheid
    Ze keek me aan en zei: je was me al na tien seconden kwijt
    Dit zompige gezeik is niets voor mij en deze tijd

    Dus heb ik dit sonnet maar ff voor haar neergeschreven
    Ze heeft gelachen en me de zwaarmoedigheid vergeven

  2. Als we het toch over Baudelaire hebben, ik herinner me dat ik zijn gelijknamige gedicht ooit vertaalde:

    Nevels en regens

    O, ik heb ze zo lief, de zompige seizoenen,
    ik wil de natte winters, herfsten, lentes roemen,
    slaapverwekkers die mijn hart en mijn verstand
    begraven in een mistig graf van modderzand.

    Op die wijdse vlakte waar de kille winden waaien
    en de weerhanen na de lange nachten heser kraaien,
    spreidt mijn ziel zijn ravenvleugels prompt
    veel breder uit dan als de warme, droge lente komt.

    Niets is zoeter voor een hart dat somber slaat
    waarop traag de dikke rijp wordt afgezet,
    o wanseizoenen, heersers van dit kil klimaat,

    dan de schaduwtrekken van uw altoos grauw gelaat
    – behalve dan het doffe lijden, in een klam, rampzalig bed,
    in nachten zonder maan, naast een kameraad.

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

Voet aan wal

Voet aan wal VoetafdrukIt happened one day, about noon going towards my boat, I was exceedingly surprised with theprint of a man’s naked foot on […]

Buitenwipper

Jean Marie Dedecker

Hij praat zonder eind en loopt af als een wekker. En ijverig ligt hij waar mogelijk dwars, afwisselend nors en balorig en bars.

Witwas

Geldbiljetten

Partij van waarden? Ja, dan denk ik: welke waarden? Kapotgeschoten vlag, wat rafels en een flard? Het persverhaal onsamenhangend en verward.