Miet Smet
Voorgelezen door Dina Sonck
De toppen zijn besneeuwd, bepoederd en bestoven.
Het is slecht weer in ’t christelijke koninkrijk.
En in ons land van Lombardsijde tot Maaseik,
Daalt nevelsliert met geur van buskruit in de kloven.
Het land laat zich zijn laatste sprookje nog beroven,
Want daar valt uit de kast alweer een stinkend lijk,
En Wilfried Martens neemt in bitterheid de wijk.
Wie zal ons in de tunnel voortaan licht beloven?
De taks verhogen op tabak en op benzine?
Hij moet verhuizen naar een veel te kleine flat
Hij slikt getrouw zijn harttabletje aspirine
’s Nachts droomt hij van Miet Smet. Hij ligt met haar in bed.
Zij trekt ten strijde met de kracht van een lawine,
En haalt een broodje halfom sloerie halfom slet.
Geef een reactie