Metaalmoeheid
Voorgelezen door Dina Sonck
Op tweede kerstdag heeft mijn man zijn bot gebroken.
In twee gespleten was zijn enkel naar het scheen.
Het scheenbeen en de gesp, versplinterd en uiteen.
De Jonge Bols en kerstmisijzel hebben zich gewroken.
Heelkundig het gewricht dan weer ineen gestoken.
Verdoofd zonder narcose was alleen het been,
Van in de lies tot aan de rechtse grote teen!
Gegipst met in metaal weer rechtgezette knoken,
Komt hij naar huis terug, dan sta ik op de rem.
Ik zal hem in zijn waan vermanend tegenspreken,
Hij die ooit opriep tot gebed met harde stem!
Hij ligt er willoos bij en ik ben uitgekeken.
De klemtoon ligt beklijvend hier op kleine klem.
Op kwaliteiten maar ook op een reeks gebreken.
Recente bijdragen
Links, rechts, averechts
Jij schreef omtrent wie straks de volkseenheid gaat leiden, en reageerde koeltjes op mijn pennenvrucht. Een rechtse voorstander van orde en van […]