Brakke hond
Voorgelezen door Dina Sonck
Het jaar zeven en negentig komt tot ontknoping.
De televisie biedt een laatste overzicht,
Van rouw in witte sluiers om ‘t gestorven wicht.
Ontroerd gebed welt uit de stille volksophoping.
Van ‘t oude Belgische gebouw was dit de sloping.
In ‘t stof van rommelige kelders dringt het licht,
Op oude lijken in een kast of kist gericht.
En weldra dreigt de openbare uitverkoping.
Bestorven moeders, weduwen, ween, wees wanhopig!
En stort uw tranen als de regen in de sloot,
Al was de oude macht ook nog zo stropig,
Het Belgiƫ van Koning Boudewijn is dood.
De witte woede was wel hevig, maar voorlopig.
Het maagdenvlies geschonden en de kroon ontbloot.
Geef een reactie