Spring naar de inhoud

De weg naar Erembodegem

De weg naar Erembodegem

Foto van mezelf in de nieuwe praktijk in Erembodegem.

De weg naar Erembodegem

Leestijd: 2 minuten

Een arts voor moeilijke gevallen

Na vierenveertig jaar praktijk in Brussel geef ik met vertrouwen de fakkel door aan een nieuwe arts in de praktijk. Tegelijkertijd stel ik een einde aan mijn accreditatie. Toch blijf ik niet stilzitten: ik zal me in mijn nieuwe praktijk in Erembodegem richten op het begeleiden van mensen met ingewikkelde lichamelijke of geestelijke problemen. Het gaat daarbij vaak om patiënten met wie ik in de loop der jaren een hechte vertrouwensband heb opgebouwd. Zij kunnen altijd nog bij mij terecht voor raad en advies.

De mens centraal

Toen ik als huisarts begon voelde ik me vaak overweldigd door situaties waarin ik geen structuur kon aanbrengen. In sommige gevallen waren er simpelweg te veel elementen die elkaar kruisten: geestelijke gezondheidszorg, afhankelijkheid, het levenseinde, geweld binnen het gezin, op de werkvloer en in het verkeer… Niet alleen ontbrak het mij aan de vaardigheden om ermee om te gaan, maar het systeem liet jonge artsen toen ook grotendeels aan hun lot over. De opleiding tot arts bood weinig houvast; je werd geacht zelf je weg daarin te vinden. Vandaag de dag is de opleiding aanzienlijk verbeterd en verloopt alles veel gestructureerder. Die evolutie heeft ook wel zijn keerzijden: de overdaad aan richtlijnen en protocollen wekt soms de indruk dat de hedendaagse arts meer tijd besteedt aan het afvinken van lijstjes en het volgen van richtlijnen dan aan daadwerkelijk dokteren. Het risico daarvan is duidelijk: de patiënt als mens dreigt uit beeld te verdwijnen. Zorginstellingen lijken steeds vaker de mens aan de regels aan te passen, terwijl het omgekeerde zou moeten gebeuren.

De aidsepidemie in de jaren tachtig en negentig legde al pijnlijk bloot hoe gebrekkig het systeem met complexe gevallen omgaat. Er wordt te veel in hokjes gedacht: je hebt een druggebruiker, je hebt een adolescent, je hebt een homoseksuele patiënt…. Maar zodra iemand niet in één categorie past – bijvoorbeeld een homoseksuele man die ook drugs gebruikt – faalt het proces en duiken er uitsluitingsregels op. De ene instelling weigert patiënten met een drugsverslaving, de andere acht zich niet bevoegd om homoseksuelen te behandelen, en bij de derde val je buiten de leeftijdsgrens—te oud of te jong. De huisarts blijft dan uiteindelijk achter met de moeilijkste gevallen, degenen die tussen wal en schip vallen. Overal zien we datzelfde patroon opduiken, dat de moeilijkste gevallen in de eerstelijn stranden. Dat is geen toeval, maar een direct gevolg van de manier waarop wij onze gezondheidszorg inrichten.

De relatie tussen de huisarts en zijn patiënt

Die situatie brengt ons als huisarts ook in een speciale positie. Het betekent dat we iemand vanaf de eerste dag kunnen aannemen, in de ogen kunnen kijken en zeggen: “Jij bent mijn patiënt, ik zal proberen voor je te zorgen binnen de grenzen van mijn mogelijkheden.” Ik ga dan niet zeggen: “Ik ben geen psychiater, ik ben geen psycholoog.” Veel huisartsen doen dat wel. Wanneer je naar de personen tegenover je kijkt, moet je je afvragen: kan ik iets voor hen doen? Kan ik hen iets geven? Kan ik iets voor hen betekenen? En vaak is het beste wat je kunt doen actief luisteren. Met de jaren en de ervaring die je opdoet, ontdek je dat het belangrijker is om te luisteren dan om advies te geven of anderen te vertellen wat ze moeten doen. Je hoeft alleen maar te luisteren, en je komt er vanzelf achter.

 

Link naar mijn afsprakenkalender: https://drpetervanbreusegem.be/

 

 


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen