Ik vertel dit om het verschil uit te leggen tussen ontwenningsverschijnselen die snel optreden en die het gebruik onderhouden, en dervingsverschijnselen die veel later optreden, waar geen conditioneringsreflex optreedt, omdat je de link niet legt. Dat neemt niet weg dat er wel degelijk klachten kunnen optreden wanneer je stopt met de antidepressiva.
Door de band is dat een paar weken na de laatste inname, zoals vreselijke hoofdpijn en een soort van elektrische schokken in de hersenen, gepaard met onvrijwillige bewegingen. Klinkt een beetje akelig en dat is het ook, maar het is te voorkomen door geleidelijk af te bouwen. Dat gebeurt best in overleg met de therapeut en de voorschrijver, zij het de huisarts of de psychiater.
Intussen heb je meer controle over je leven, in de gunstige gevallen, en dat wil je ook niet verliezen door nevenwerkingen of dervingverschijnselen, die aan de wil ontsnappen. Als je ermee kapt, met die behandeling, kan de depressie natuurlijk terugkeren als de aandrijvende factoren niet uitgeklaard zijn. Dat kan ook van binnenuit komen en is niet per se afhankelijk van uitwendige gebeurtenissen.
Ernstige depressie is niet alleen zeer onaangenaam voor de betrokkene en zijn of haar omgeving, maar gaat ook met een ernstig zelfmoordrisico gepaard. Sommigen zien geen uitweg meer en ervaren hun psychisch lijden als ondraaglijk. Bel naar Tele-Onthaal of de Zelfmoordlijn, ga naar de huisarts of de psycholoog. Doe iets, maar niet iets stoms. Praat erover met iemand.
Bij sommige antidepressiva, en dat is wel een serieus probleem, is een verhoogde zelfmoordneiging vastgesteld in de overgangsfase bij het begin van de behandeling. Zeker bij jonge patiënten. Wanneer de werking aanslaat, lijkt het erop dat alle programma’s opgestart worden, maar niet allemaal terzelfdertijd.
Zo kan het gebeuren dat de remmingen wegvallen op een ogenblik dat het humeur nog niet is opgeklaard. Waar tevoren inertie bestond, komt het nu tot dadendrang, maar de schuld- en schaamtegevoelens blijven onverdraaglijk, tot die ook opklaren met misschien een dag verschil. Juist in dat scharnierpunt zit het gevaar.
Op dat ogenblik kan het helaas tot wanhoopsdaden komen. We kunnen als voorschrijver maar beter voorzichtig zijn en peilen naar mogelijke doodsgedachten die vaak onuitgesproken blijven tot je er zelf over begint. De hulpvragers hebben in hun pijnlijke geschiedenis vaak geleerd te zwijgen en niemand te vertrouwen. Gemakkelijk is het dus niet.
Recente bijdragen
Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1
Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.
Geef een reactie