Dat heb je al als baby als je rond begint te kruipen. Je wilt hindernissen overwinnen of kijken of bepaalde dingen in elkaar passen. Van kindsbeen af wil je je omgeving proberen controleren. Dat is wat we allemaal gedaan hebben. We groeien op en gaan naar school en we moeten ons aanpassen aan een samenleving die niet altijd voor iedereen even vriendelijk is. Ons vermogen de omgeving te controleren, wordt ten zeerste op de proef gesteld naarmate we opgroeien, volwassen en ouder worden.
Het werkt ook omgekeerd. Naarmate mensen minder toegang hebben tot macht en controle, voelen ze zich vaak slechter. Onze eigen macht is beperkt door de macht die anderen over ons uitoefenen. Macht en inkomen zijn in onze maatschappij zeer ongelijk verdeeld. Weinigen op deze planeet hebben heel veel en velen hebben bitter weinig.
Die ongelijkheid trekt zich door binnen de groep die middelen gebruikt. Je hebt het druggebruik van de rijken en dat van de armen, en dat is niet hetzelfde beeld. Dat is nu net het hele punt van ons betoog, dat de gebruiker in wezen zeer divers is. Gebruik komt in alle lagen van de maatschappij en in alle subculturen en cultuurgemeenschappen voor.
De verslavingsarts moet wel degelijk rekening houden met de culturele inbedding van middelengebruik in sommige gevallen. Wat wij in de praktijk te zien krijgen, zijn de brokkenpiloten. Degenen die het niet gehaald hebben, daar hebben we het meeste mee te stellen. De uitgestotenen en de marginalen.
Vaak zijn het mensen met een of andere psychiatrische kwaal die onopgemerkt en onbehandeld is gebleven. Dat soort geesteszieken komt niet aan de bak, met alle respect voor hen. Onze samenleving is Darwinistisch ingericht: survival of the fittest. Alleen de fitsten overleven. De sterksten doen het goed en de anderen zijn tot een leven in de schaduw veroordeeld.
De toegang tot de werkelijke macht en controle is voorbehouden aan degenen die het beste in het systeem passen, of die toevallig een of ander uitzonderlijk talent hebben dat ze te gelde kunnen maken. Daar zijn er niet zoveel van. De meesten moeten zich aanpassen aan een opvoedings- en tewerkstellingsproces dat niet iedereen altijd gunstig gezind is, en waar niet iedereen even goed in mee kan.
Recente bijdragen
Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1
Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.
Geef een reactie