Spring naar de inhoud

Ontslaving: gebruik

Ontslaving: gebruik

Sommige drijfveren zijn prozaïsch, andere meer poëtisch. Er zit altijd een stuk realiteit in, maar ook een stuk fantasie. Als hulpverlener, vind ik, moet je openstaan voor beide kanten van het verhaal, ook al is dat soms een beetje buiten je comfortzone. Het vergt een beetje geduld en ervaring om daar rustig mee om te gaan. Laten we nu eerst een keertje kijken naar het ontstaan van het druggebruik, cultureel en individueel.

De mens is nieuwsgierig en voelt zich niet altijd goed in zijn vel. Velen zijn behept met een of ander gevoel van onbehagen en bij sommigen neemt dat overdreven proporties aan. Er kunnen periodes in het leven zijn dat we geneigd zijn tot treuren en melancholie. Er is een kleine minderheid die zich altijd slecht voelt.

Er is altijd wel een plant of een gistingsproces geweest dat ons in staat stelde een scheikundige stof te vervaardigen die, een keer toegediend, een wijziging van de geest teweegbrengt, waardoor de betrokkene zich ineens beter voelt. Dat geeft dan vanzelf een aha-erlebnis. ‘Amai, ik voel me goed.’ Dat door een quasi moeiteloos proces dat erin bestaat dat je iets inneemt of rookt of gebruikt, maakt niet uit, dat snel en onvoorwaardelijk effect geeft.

Dat is dus het kernproces, als we het nu even procedureel bekijken, hoe het tot verslaving komt. Het gaat om een chemische stof die bij inname een gewenst effect in het brein veroorzaakt en die jij je kunt verschaffen, al staat daar wel een prijs tegenover. Hetzelfde fenomeen kan ook voorkomen zonder chemicaliën.

In sommige gevallen, zoals bij seks- en bij gokverslaving, gaat het niet om chemische stoffen die van buitenaf toegediend, maar die van binnenuit opgewekt worden, door gedragingen zoals paardrift of weddenschappen, maar voorts is de analyse van de situatie grotendeels hetzelfde. Het lichaam maakt die boodschappermoleculen zelf en verder is het verloop vrij gelijkaardig.

Heel wat begrippen uit de verslavingswereld zijn op die gedragsverslavingen toepasbaar, waarbij in principe geen stof ingenomen wordt. In de grond en bij het begin kun je dat allemaal beschouwen als pogingen om je beter in je vel te voelen. Daar zijn blijkbaar veel mensen naar op zoek. De vraag is hoe je daar voorzichtig mee om kunt gaan, met die drang, om onnodige risico’s te vermijden en niet in de val van de afhankelijkheid te trappen.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

1987 – Oprichting van The Foundation

Sensibilisering rond hiv en aids Midden jaren tachtig. In Vlaanderen heeft de Katholieke Kerk nog steeds de touwtjes in handen. Conservatief en bekrompen. Hoe communiceer je dan over een nieuwe ziekte, die voor iedereen risico […]

Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1

Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.

Kankerpreventie

Kanker voorkomen Wat kunt u zelf doen? Wat kan uw huisarts doen? Wat kan de specialist voor u doen? Primair en secundair Primaire preventie betekent iets doen nog voordat de ziekte ontstaat. Secundaire preventie is […]