Als zelfstandige huisarts in vrij beroep bied ik mijn diensten aan in de eigen praktijk, gelegen pal in het centrum van Brussel. Omgeven door twintig ziekenhuizen in de nabije buurt en ontelbare poliklinieken zijn we als eerste lijn voor de bevolking van de wijk onmisbaar. Mijn loopbaan omvat veertig jaar, wanneer ik dit in 2020 in alle bescheidenheid schrijf. Afgestudeerd in 1981, ben ik meteen begonnen als huisarts in Brussel, een bewuste keuze voor beide elementen: eerstelijnsgezondheidszorg in de hoofdstad.
Dat lag toen niet zo voor de hand. Voor veel Vlamingen was het hoofdstedelijk gewest een soort van Sodom en Gomorra waar wellust en verval hoogtij vierden. Als jonge dokter betrad ik een wereld waar alle talen, culturen en gezindheden door elkaar krioelden. Ik kwam al snel tot de ontdekking dat er ook heel wat middelengebruik voorkwam, zowel in de praktijk als in het echte leven.
De onderwereld van drugs en verslaving sprak tot de verbeelding, wellicht omdat ik rookte en dronk; zoals zowat iedereen in die dagen. Om maar te zeggen dat ik niet vrij van zonden ben en dus ook niet van plan ben preken af te steken. Het moet me al vroeg geboeid hebben, al weet ik niet precies waarom. Als leerling van een jezuïetencollege in Oost-Vlaanderen heb ik meerdere malen een spreekbeurt over drugs gehouden. We hebben het dan over de jaren zeventig van vorige eeuw.
Roken en drinken waren normaal, maar er gold een repressief klimaat betreffende gebruikers van verboden middelen, en ook tegen artsen die verdovende middelen voorschreven. Zo zijn er in de jaren tachtig verschillende geneesheren in de gevangenis beland, omdat ze morfinederivaten voorschreven om heroïne te vervangen. Om maar het klimaat van die dagen te schetsen.
We konden als huisarts niet veel doen voor heroïnegebruikers die in die jaren op onze diensten een beroep deden. We stonden machteloos. Daar is vervolgens in de jaren tachtig de aidsepidemie overheen gegaan, waar druggebruikers hun eigen aandeel in hadden voor zover ze intraveneus gebruikten. Zo kwam meer aandacht voor de gevaren van spuitgedrag, met het oog op de verspreiding van ziektekiemen. Het is in ieders voordeel dat alvast dat aspect zou kunnen worden aangepakt. Er is een evolutie gekomen in de geesten.
Elk land heeft zo zijn eigen weg gezocht. We zijn gaan inzien dat zwaaien met een vermanend vingertje niet helpt en dat repressie en vervolging geen zoden aan de dijk zetten.
Recente bijdragen
Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1
Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.
Geef een reactie