Wie aan cannabis denkt, denkt ongetwijfeld ook aan Bob Marley (Nine Miles, 6 februari 1945 – Miami, 11 mei 1981). Hij was niet alleen voor velen ‘The King of Reggae’, maar hij was ook een fervent voorstander van de legalisering van cannabis.

Levensloop

Het korte leven van deze zanger kent geen gemakkelijke start. Hij is amper tien wanneer zijn vader, een blanke Brit van middelbare leeftijd, sterft. Na diens dood verhuizen Marley en zijn moeder naar Trenchtown, een arme wijk in Kingston. Marley was een echt vechtersbaasje en krijgt de bijnaam ‘Tuff gong’^[1], dezelfde naam als zijn platenlabel en opnamestudio later. School boeit hem maar matig. Hij voetbalt liever en maakt muziek met zijn zelfgemaakte gitaar.

Zijn eerste singles neemt hij op in 1962, het jaar waarin Jamaica onafhankelijk wordt. Ze kunnen maar op weinig bijval rekenen, maar Marley geeft niet op en in 1963 begint hij met jeugdvriend Bunny Wailer en Peter Tosh een band die later ‘The Wailers’ zou worden. Internationale bekendheid komt er in 1973 met de albums ‘Catch a Fire’ en ‘Burnin’ met daarop het bekende en door Eric Clapton gecoverde nummer ‘I Shot The Sheriff’.

Nadat sommige leden de band verlaten hadden, ging de groep optreden met de I Threes, een trio vrouwelijke achtergrondzangeressen met onder meer Marley’s vrouw. Hun nieuwe naam werd ‘Bob Marley & The Wailers’ en met songs als ‘No Woman No Cry’ zouden ze bijdragen tot de populariteit van de reggaemuziek wereldwijd.

In 1966 stapt Bob Marley in het huwelijksbootje met Rita Anderson, met wie hij zijn hele leven getrouwd zou blijven. Het is niet duidelijk hoeveel kinderen hij heeft bij verschillende vrouwen. Volgens zijn website heeft hij er 11, maar naar verluidt zijn het er meer.

Ondanks zijn katholieke achtergrond wordt Marley een aanhanger van de Rastafari beweging. Hij zal er dikwijls naar verwijzen in zijn songs en volgt ook de leefregels. Zo draagt hij zijn haar in dreadlocks en neemt hij deel aan het rituele gebruik van ‘ganja’ (marihuana), wat hij beschouwde als een heilig kruid. Hij was dan ook een fervent voorstander van de legalisering van cannabis.

Bob Marley nam ook deel aan politiek getinte concerten. Dat kostte hem, zijn vrouw en zijn manager bijna het leven in 1976. De aanslag had een danige impact op hem dat hij een tijdje in Engeland gaat wonen, waar hij het iconische album ‘Exodus’ zal opnemen.

Op een dag vinden de dokters een kwaadaardig melanoom op zijn teen. Vanwege zijn geloofsovertuiging weigert hij echter een amputatie. De kanker zaait uit en op 11 mei 1981, sterft Bob Marley in een ziekenhuis in Miami, Florida. Hij was pas 36 jaar oud.

[1] Deze bijnaam verwijst ook naar de eerste rasta, Leonard Howell, ook bekend als ‘The Gong’.

Afbeelding bron: Pixabay