Spring naar de inhoud

Ontslaving: angst

Ontslaving: angst

We hebben allemaal wel eens angst en het is een normaal verschijnsel waar op zich niets mis mee is, maar het kan wel uit de hand lopen. Angst kan allerlei vormen aannemen zoals een godin in de oudheid. De ene persoon is bang voor spinnen en de andere voor hoogten. Of we zijn bang voor andere mensen zoals bij de sociale fobie.

Allerlei toestanden kunnen angst oproepen: wanorde, kwetsbaarheid, hulpeloosheid, eenzaamheid, verlating, scheiding, zinloosheid en met stip op één natuurlijk de dood die niemand van ons bespaard blijft. Sigmund Freud (1856 – 1939) maakte een onderscheid tussen automatische angst en angst als signaal. Die laatste is een fysieke reactie van iemand in een bedreigende situatie.

Overmatige angst kan voorkomen bij geestelijke ziektebeelden, zoals bij depressie of psychotische decompensatie, en lijkt van binnenuit te komen. Het is een emotie, wat betekent dat het niet alleen om een geestelijke ervaring gaat, maar ook om lichamelijke verschijnselen door toedoen van hormonen zoals adrenaline en cortisol.

Vreemd genoeg zijn vele hulpvragers zich niet van hun angst bewust, of noemen ze die niet zo. Wat ze wel opmerken zijn de lichamelijke verschijnselen: een toegesnoerde keel, een verkrampte maag, hartkloppingen etc. Dat is geen inbeelding. Dat zijn processen die werkelijk in het lichaam plaatsvinden, en die kunnen leiden tot onrust en bijkomende angst over het functioneren van het eigen lichaam en mogelijk controleverlies.

Er is om te beginnen al een onderscheid tussen angst hebben en bang zijn, of vrezen. Ook een mooi woord. Wie vreest, denkt aan iets bepaalds, en als zich dat dan voordoet kan het tot controleverlies komen. Als dat een paar keer gebeurd is, word je bang voor dat controleverlies op zich. Dan ga je de blik naar binnen richten en kijken wat daar aan de hand is.

Dat verschil tussen angst en vrees dat Freud al bezighield, gaat terug op Søren Kierkegaard, die dat verschil al zag tussen vrees voor iets en angst voor niets en dus voor alles. Van vrees heb je geen last zolang het voorwerp van de paniek niet in de buurt komt, maar angst is iets dat van binnenuit schijnt op te wellen en dat je overal meeneemt. Het niets roept het alles op. Als je iets hoort, kun je beginnen denken wat het zou kunnen zijn dat zo een geluid maakt, maar als je niets hoort dan barst de inbeelding los in allerlei mogelijke en onmogelijke angsten.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen