Rondeau van de heer
O Heer die de mens in zijn ziel wil verzengen,
Door altijd maar door Uw beleid te verstrengen!
Dat U hersendood bent, dat weten we lang.
Wie is voor zo’n God nu in ’s hemelsnaam bang?
Maar in die discussie wil ik mij niet mengen.
We zijn het verleerd om nog offers te brengen,
En zomaar wat kostbare olie te plengen.
En roepen niet langer in statig gezang:
O Heer!
Verwoeste landschappen vol kraaien en krengen,
Benauwende luchten die ‘t uitzicht verengen.
De smaak in de mond is verbitterd en wrang.
Op vlucht voor de dwang van nog meer dadendrang,
Proberen ons leven nog wat te verlengen,
O Heer!
Geef een reactie