Het schild van Achilles
De koeien
De koeien gedreven in goud en in tin:
Ze willen vooruit en ze hebben er zin
In. Weg uit de koestal naar groenende grassen
Ze loeien van trek in de weilandgewassen,
Met klaver en zuring. Dat wil er wel in.
Ze mogen van koestal naar weiland verkassen.
Langs ’t ruisende riet met hun driftige passen,
Langs ‘t klaterend water bij ’t ochtendbegin.
De koeien
Omgeven door rook en verstikkende gassen:
Hephaestos is bezig met smeden en lassen,
Van wapenrusting, die desalniettemin,
Die vredige herderslandschappen liet zien.
Op zilveren schilden en gouden kurassen,
Met koeien.
Recente bijdragen
Links, rechts, averechts
Jij schreef omtrent wie straks de volkseenheid gaat leiden, en reageerde koeltjes op mijn pennenvrucht. Een rechtse voorstander van orde en van […]
Geef een reactie