De natuurwet – inleiding
Leestijd: 2 minuten.
Het idee dat de natuur zich gedraagt volgens vastliggende wetten, bestond al vóór de vijfde eeuw voor Christus. We moeten daarvoor terug naar de Griekse filosofen die naar verklaringen over de oorsprong van het heelal en de werking van de kosmos zochten, zonder terug te vallen op traditionele mythen of metafysische uitvluchten. Onder deze filosofen bevonden zich onder andere Pythagoras, Heraclitus en Anaximenes.
De natuurwet in de natuurkunde
In de natuurkunde verwijzen natuurwetten, in het meervoud, naar wiskundige beschrijvingen van fundamentele natuurverschijnselen. Ze helpen ons de wereld om ons heen te begrijpen, voorspellingen te doen en op de natuur in te grijpen. Zo’n natuurwet moet universeel zijn, dus in alle omstandigheden gelden, of toch binnen een gegeven kader altijd geldig zijn.
Neem bijvoorbeeld de wetten van Newton. Eind zeventiende eeuw formuleerde Isaac Newton (1643 – 1727) zijn wetten met betrekking tot traagheid, versnelling en actie-reactie. Twee eeuwen later heeft Einstein (1879 – 1955) met de zijnen deze wetten bijgestuurd. Hij ontdekte namelijk dat de wetten die Newton gedefinieerd had wel op aarde gelden, maar niet erbuiten, als je in lichtjaren denkt. Zo creëerde Einstein een heel ander kader met bredere natuurwetten, waar die van Newton nog wel in passen, maar beperkt zijn binnen de menselijke afmetingen.
De natuurwet in de biologie
De biologische natuurwetten lijken minder strikt dan die in de natuurkunde, omdat ze vaak te maken hebben met complexe en variabele processen in levende organismen In de biologie beschrijven natuurwetten patronen en regelmatigheden die worden waargenomen in organismen, maar deze zijn meestal minder voorspelbaar dan de wetmatigheden in de fysische wereld. Een voorbeeld van een biologische natuurwet is de wet van Mendel, over erfelijkheid, of de wet van behoud van energie in biologische processen.
De natuurwet in de ethiek en sociale wetenschappen
Ook in de ethiek en sociale wetenschappen wordt de term ‘natuurwet’ gebruikt. In deze context verwijst de term naar morele principes die als universeel en onveranderlijk worden beschouwd. Dat kan gaan over mensenrechten, rechtvaardigheid of morele verplichtingen. De rechtsfilosofie stelt dat er inherente morele principes zijn die boven de wetten die door mensen gemaakt werden, staan. Maar als er principes en regels bestaan die universele geldigheid hebben en boven het positief recht staan, omdat ze voorafgaan aan de wetgeving die door mensen bedacht en uitgevaardigd is, hoe kunnen we die ophelderen? Wie heeft het gezag om te zeggen wat die natuurwetten ons precies voorschrijven?
De natuurwet is geen schriftelijk vastgestelde wet die op een bepaalde datum door een parlement is gestemd. Het is wel een bundel van wetmatigheden die de mens door onderzoek en navorsing kan onthullen. Zo’n natuurwet ligt dus niet vast, en iedereen mag daar zijn of haar mening over hebben. Maar wie mag dan zomaar zeggen dat hij de natuurwet kent en mag uitleggen?
Meer lezen?
• Volgend artikel in deze reeks: (artikel wordt binnenkort gepubliceerd)
• Nederlands artikel over de presocratische filosofen: https://www.filosofie.nl/fundamenten-van-de-beschaving/ . Geraadpleegd op 20/9/2024.
Foto: Afbeelding van Pythagoras (1655). Bron: Wikimedia Commons.
Recente bijdragen
Het natuurreservaat van Bandia
Het ligt op een halfuur rijden van ons huis in Somone, bij Saly Portudal in Senegal, een gemakkelijke rit over asfalt. Het reservaat zelf kan je […]
Geef een reactie