Kun je moslim en christen zijn?

1. Het nieuwe verschil

Wat zou het nieuwe verschil wel kunnen zijn, met het oog op de diversiteit van de samenleving? We hebben in de recente geschiedenis van pakweg de laatste eeuw een aantal verschillen zien opduiken, die aanleiding gaven tot wrijving, en heftige maatschappelijke wisselwerkingen, waaruit dan uiteindelijk een vorm van emancipatie naar voren treedt. Het verschil tussen man en vrouw gaf aanleiding tot het verhaal van het seksisme. Het verschil tussen heteroseksuelen en homoseksuelen tot het verhaal van de homofobie. Of het verschil tussen zogeheten menselijke rassen, met het verhaal van het racisme, en met als monstrueuze uitwas de genocide.

Dat zijn allemaal belangrijke, maar oude verschillen. Het nieuwe dat de nabije toekomst zal bepalen, nadat het recente verleden er ook al door overheerst werd, heeft te maken met waar je in gelooft. We staan immers voor niets minder dan een nieuwe godsdienstvervolging. Naarmate grote aantallen mensen zich verplaatsen, en daarbij hun geloof meenemen, krijg je meer en meer wrijvingsvlakken tussen de verschillende credo’s.

We maken nu in Europa mee dat het hele continent ineens last krijgt van de aanwezigheid van moslims. We zien de afgelopen jaren een uitdijend geruzie dat zijn weerga niet kent, over religie en religieuze symbolen. In ons deel van de wereld kristalliseert zich dat nog het meest rond de Islam, maar het geldt elders ook voor andere godsdiensten. Het jaar 2016 heeft nooit geziene scènes van godsdiensthaat en haatgodsdienst opgeleverd.

In dit klimaat is het opzien te kaderen, dat ik heb gebaard, door op Facebook me te laten ontglippen dat je best moslim en christen terzelfdertijd kunt zijn, en dat ik dat in wezen ook ben. Dat ik het recht heb als christen en als moslim te spreken. Dat is niet bij iedereen in goede aarde gevallen, maar niemand heeft me van het tegendeel kunnen overtuigen.

Stel dat ik gelijk heb, met mijn thesis, die ik hier zal verdedigen, dat je het christendom en de islam in een persoon kunt verenigen, is dat dan geen bewijs ex absurdo dat de twee godsdiensten naast elkaar kunnen bestaan?  Als die twee met elkaar te verzoenen zijn, kan dat misschien helpen om de reusachtige samenlevingsproblemen op te lossen die zich aandienen over gelovig zijn en er een andere opinie op nahouden dan de meerderheid, indien die bestaat.

2. Christen

Als christen ben ik geboren, gedoopt, opgevoed en opgeleid in Vlaanderen. Toen ik kind was, had de Katholieke Kerk het er voor het zeggen. Ik heb mijn hele scholing van de kleuterschool tot mijn promotie in katholieke instellingen meegekregen. Al heb ik met de Katholieke kerk een eitje te pellen, toch kan ik er niet zomaar mee stoppen, christen te zijn, zelfs als ik het zou proberen. Quod non. Ik kan het doopsel niet ongedaan maken, want dat kan niemand.

Ik noem mezelf geen katholiek meer, maar wel nog christen. Je kunt proberen jezelf uit de doopregisters te laten schrappen, maar gedoopt blijf je en er is niet zoiets als ‘ontdopen.’ Het is een onuitwisbaar sacrament. Toen Benedictus XVI aantrad, is er echter iets geknapt, en kon ik die vertoning niet meer aanvaarden.

Nu met Paus Franciscus is de ergernis wat gemilderd, maar niet genoeg om terug te gaan. De Rooms-Katholieke Kerk blijft voor als na een instelling die de vrouw kleineert, gescheiden en hertrouwde mensen treitert, en die mensen met mijn geaardheid uitspuwt, getuige de Romeinse catechismus, paragraaf 2357 – 2360. De valse seksuele moraal wreekt zich in de pedofilieschandalen.

Ik beschouwde me eerst als dissident, en nu als herstellend katholiek. Zeg maar ex. Dat belet me niet om uit het evangelie wijsheid en kracht te putten. Ik stel vast dat ik heel wat waarden en overtuigingen koester die in wezen op de Heilige Schrift berusten. Ik kan en wil die niet uitroeien alleen maar om dat ik een appeltje met de kerkhiërarchie te schillen heb.

De boodschap van Christus wordt niet aangetast door de menselijke beperkingen van diegenen die zich voor zijn agenten uitgeven. Wijlen mijn vader was al van mening dat we een onderscheid moeten maken tussen de kerk en haar bedienaren. Wat we laatstgenoemden verwijten, moet ons niet het evangelie in twijfel doen trekken. Wat mij betreft is de Rooms-Katholieke Kerk niet meer te reanimeren, maar de christenheid is veel breder dan dat.

De christenheid van vandaag is ook niet meer die van vijftig jaar geleden. De kerk heeft haar greep op de samenleving verloren. Ook christenen zijn kinderen van de Verlichting, de wetenschap en de industriële revolutie. We beleven een samenleving waarin geloven niet meer vanzelfsprekend is, en waarin we ons twee vragen stellen: mogen we nog geloven in deze maatschappij en mogen wij nog in deze maatschappij geloven?

3. Moslim

In het jaar onzes heren 1994 heb ik vanwege familiale redenen de islam aanvaard. Ik ben ingewijd door een vriendelijke Marokkaanse imam die me de vijf pijlers van de islam uitlegde. Ik had trouwens al een paar dikke boeken over de islam gelezen en het klopte allemaal. Dankzij de literatuur was het bekend terrein. Iedereen kan het nalezen. Er is geen geheim.

De vijf pijlers zijn het uitspreken van de geloofsspreuk, het gebed, het delen van je rijkdom met de armen, het respecteren van de ramadan en de bedevaart naar Mekka. Dat is te overzien en op een middag uit te leggen. Dat vond ik toen al van meet af aan de charme van de islam, dat de theologie er in wezen heel simpel is.

Het gaat niet om wat je gelooft, maar wat je aanvaardt. Wat gevraagd wordt, is minimaal, zodat iedereen eraan kan voldoen. De geloofsspreuk, het uitspreken waarvan op zich al genoeg is om moslim te zijn, is heel simpel: “Er is geen god behalve God, en Mohammed is zijn profeet.” La Illahi ‘l Allah. Mohamed errassoel Allah.” Dat uit te spreken, bestempelt mij tot een moslim, maar het belet me niet ook nog eens christen te zijn of te blijven.

In de geloofsspreuk zijn twee delen te onderscheiden. Ten eerste is er de loochening van elke god behalve God zelf, en anderzijds er de bevestiging dat Mohammed Gods woord heeft verkondigd, zoals het neergeschreven is in de Koran. God bestaat, hij is Eén en hij gaat ons bevattingsvermogen te boven, maar Hij heeft ons toegesproken.

Veel meer dan dat staat er over God niet vast. Christenen en moslims zien dat verschillend. Als christen neem ik aan dat het woord van God vlees is geworden en dat het onder ons heeft gewoond. Christus is de Logos. Als moslim aanvaard ik dat alleen de Koran Gods woord bevat. Gelukkig is het nu wel zo dat dat de Koran Christus als profeet erkent. Zo kun je het verzoenen.

Beide verhalen zijn waar. Ze bestaan naast elkaar. Het hele punt is dat Mohammed, een half millennium na Jezus, Hem eert als iemand die van God gezonden is. De openbaring kwam via de profeten tot ons, zoals in de Heilige Schriften is vastgelegd. Mohammed heeft haar voltooid en beëindigd. Op die manier gaat de deur open naar een heldere theologie, die geniaal is in haar eenvoud, zonder theologische doolhoven zoals bijvoorbeeld de Heilige Drievuldigheid.

4. Islam

Islam: het woord zelf betekent vrede vinden door zich aan God over te leveren. In wezen is dat een barmhartige en liefhebbende God, die tot jouw hart kan spreken, dat wel. Er is er maar een voor iedereen. Islam betekent overgave aan Gods woord, en misschien zelfs onderwerping aan een goddelijke wet, als je het doortrekt, maar zeker geen blinde gehoorzaamheid aan iets of iemand.

Er is geen tussenpersoon. Iedereen hoort en beleeft Gods woord op zijn of haar manier. Er is geen paus in de islam en er is geen leergezag, al zijn er wel geleerden. Die brave imam daar in het Afrikaanse koninkrijk, die me inwijdde, geheel officieel met een oorkonde en al, heeft me op geen enkel moment de vraag gesteld wat voor geloofsovertuiging ik tevoren toegedaan was.

Het uitspreken van de spreuk en de gelofte de vijf pijlers van de islam te eerbiedigen, volstaan om zich in de islam geborgen te weten. Niemand vroeg me iets uit het verleden af te zweren. Ik was dat trouwens ook niet van plan. Als een moslim zich tot de katholieke kerk zou bekeren, dan zou hij wellicht de catechismus uit het hoofd moeten leren, en allerlei stellingen afzweren.

Hoe dan ook, Mohammed is het zegel der profeten. Hij sluit de openbaring af. Na hem is er geen plaats meer voor profetisch spreken, waarbij een mens meent in naam van God het woord te mogen voeren, want dat is wat een profeet doet. Op een bepaald ogenblik is de Heilige Schrift vastgelegd en niemand kan daar een woord aan toevoegen.

Dat is het enige wat we gemeenschappelijk hebben: dat die woorden in de Heilige Schrift voor eeuwig vastliggen. Iedereen kan die zelf gaan lezen of beluisteren. Het mooie van christen en moslim tegelijk zijn, is dat je een aantal aspecten weg kunt strepen die door menselijk toedoen aan Gods Woord zijn gekoekt. Het is niet wat hen onderscheidt; maar wat ze gemeenschappelijk hebben, dat onze aandacht opeist, want daar is de waarheid te vinden.

De poppenkast van de Mariaverering in de Rooms-Katholieke Kerk bijvoorbeeld – al zijn er ook molims die Maria een warm hart toedragen – hoeft niet zo van mij. De vraag is of je dat allemaal nog mee moet slepen. Zou het niet beter zijn alleen nog de essentie over te houden?  Ik wilde een verzoenend gebaar stellen door te beweren dat een verzoening tussen christendom en islam te bewerkstelligen is. Hoe anders zou het uitpakken.

5. Reacties

Twist

Op Facebook zijn heel wat reacties binnengekomen op de stellingnamen die ik betrok in de vorige pagina’s. Sommige heren (zelden dames) vonden het nodig zich sarcastisch, neerbuigend of verdenkend te uiten. De krachttermen waren niet van de lucht. Ik heb nog overwogen daar een paar citaten van op te nemen in dit essay, maar ik doe het maar niet, omdat het zoveel ruimte zou kosten, en omdat ik er misselijk van word.

Gelukkig waren er ook reacties met meer inhoudelijke opmerkingen. Vreemd genoeg kwam het zware geschut voornamelijk uit de hoek van het atheïsme en de westerse verlichting, terwijl er aan de andere kant niemand me ooit iets verwijt. Het zijn niet de moslims, maar de atheïsten die me komen vertellen waar de islam over gaat, waarbij ze er steevast een karikatuur van ophangen, die ze gaan halen bij obscure moslimextremisten. Een eigenaardig procedé.

Om met het atheïsme te beginnen. Toegegeven. Er bestaat geen godsbewijs. We hebben woorden en teksten, dat is alles. Een omvangrijke literatuur is er wel. Of je de Heilige Schriften als goddelijk bestempelt, daar ben je vrij in. God is een zilverscherm waarop iedereen zijn gevoelens kan projecteren, of ook niet. Er komt geen verplichting bij kijken.

Het staat iedereen vrij te geloven of niet, en daar al dan niet voor uit te komen. De vrijheid van godsdienst is in ons land grondwettelijk verankerd. In de moderne, neutrale staat gedijen verschillende geloofsovertuigingen naast elkaar in gelijkwaardigheid.  Als christen en moslim mag ik aannemen dat God op twee manieren tot ons spreekt: door zijn schepping, die we om ons heen ontwaren, en in de Heilige Schrift, waarvan we dan weer verschillende afleveringen kennen. De Koran is de laatste. Hij heft de vorige openbaringen niet op, maar vult ze aan.

De God van de Openbaring is een scheppende God die het heelal, met alle schepselen erin, niet alleen geschapen, maar ook van een zin voorzien heeft. Voor wie gelooft: God heeft het woord genomen en ons rechtstreeks toegesproken in de Heilige Schrift. Dat is een tekst die er duizenden jaren over gedaan heeft om definitief te worden, en dat is gebeurd nu meer dan duizend jaar geleden.

6. Tien geboden

Zweer niet ijdel, vloek noch spot

De Openbaring begint met de Tenach, die we grotendeels terugvinden in het Oude Testament van de Bijbel, die daar het Nieuwe Testament aan toevoegt, of met andere woorden het Evangelie. Het eindigt en sluit met de Koran. Dan is het afgelopen. Daarna heeft God niet meer het woord genomen, en komt hij niet meer tussen in de geschiedenis.

Al de rest is mensenwerk en bijgevolg onvolmaakt. Er zijn in de loop van de geschiedenis allerlei lieden opgestaan, die meenden in de naam van God te mogen spreken of handelen, maar daar geloof ik allemaal niets van. Niemand heeft het recht in naam van God macht uit te oefenen. ‘Gij zult de naam van de Heer uw God niet ijdel gebruiken.’ Zo luidt het tweede van de tien geboden, in de christelijke versie.

Toch zullen we altijd weer zien dat mensen daartegen zondigen. In de loop van de eeuwen – en ook vandaag nog – zien we steeds weer bittere ellende die de mensheid in de naam van God over zichzelf afroept. Wie de geschiedenis een beetje kent, kan zich moeilijk voorstellen dat een barmhartige en liefhebbende God is tussengekomen in de optocht van rampspoed en geweld die we in de twintigste eeuw hebben gekend. Om nog maar te zwijgen van de oorlogen van vandaag.

Toch krijg je telkens weer een kaste die meent in naam van het Opperwezen de lakens te mogen uitdelen. Dat is bijzonder vervelend en het staat de toenadering tot God in de weg, aangezien zij op die manier zijn naam besmeuren. Niemand moet zich in de plaats van God stellen.

De tien geboden in de versie van de Heilige Koran zijn te vinden in Al-Anaam 6:151-153 en Al-Israa 17:22-39. De verzen Al-Anaam 6:151-153 luiden als volgt: ‘Kom, ik zal u verkondigen, welke gewijde grenzen de Volmaker jullie heeft gegeven: Dat jullie Hem geen metgezel geven.”

Dat betekent dat wij God als mens met niets mogen vergelijken, en dat we naast hem geen andere goddelijke macht mogen dulden. Niemand moet zich in de plaats van God stellen. Daarin is de islam veel strenger dan de Katholieke Kerk die er een onfeilbare paus op na houdt, naast priesters die de sacramenten uitdelen, en zich tot toegangspoort van het hiernamaals hebben uitgeroepen.

God heeft geen plaatsvervangers of agenten op aarde. Dat is regel nummer een.

7. Werk

Als we het eens kunnen zijn dat niemand de goddelijke wil kan doorgronden, dan is de afstand naar de atheïsten niet meer zo groot. Uitgaande van het idee dat er geen God is, komen wij bij hetzelfde besluit uit: dat God, als hij bestaat, niet tussen u en mij kiest. God doet zijn werk in het binnenste van de menselijke ziel en niet door tussen te komen in veldslagen of beurskoersen.

Iedereen kan het plaatje zelf invullen, iets wat atheïsten altijd graag doen, maar er is niet een algemeen godsbeeld dat iedereen moet aanvaarden of gebruiken. De God van Baruch Spinoza komt dicht bij de Allah die we in de islam zien; een oppermacht die de natuurwetten in werking heeft gesteld, procedures die vervolgens het werk zelf doen, en door op elkaar in te werken de werkelijkheid gestalte geven.

God kan tot ons spreken, en hij kan zich over ons ontfermen, binnen onze persoonlijke wereld, maar hij komt niet meer tussen om onze geschillen te beslechten, tenzij we dat voor Hem doen. Toch zijn er nog altijd mensen die dat willen proberen, en die denken dat ze een mandaat hebben om onbetwistbare uitspraken te doen, die derden maar te volgen hebben.

Vanuit een moslim standpunt kan een nieuwe profeet alleen maar een valse profeet zijn. De waarheid van de openbaring is voor iedereen in gelijke mate toegankelijk en er is geen enkel monopolie die dat kan verhinderen. In onze internettijden staat de Heilige Schrift op afroep ter beschikking op elk ogenblik van de dag. We hebben geen tussenpersoon nodig.

Ik stel dan ook een diep wantrouwen in lieden die beweren dat ze een rechtstreekse lijn naar het opperwezen hebben. Dat kan niet kloppen. Mijd degenen die menen dat ze goddelijke krachten voor eigen doeleinden kunnen gebruiken, wat alleen maar neerkomt op misbruiken.

De islam erkent alleen de profeten die voor de tijd van de Mohammed hebben geleefd en gesproken. Zo bijvoorbeeld de aartsvaders Ibrahim en Moses. De op een na grootste profeet is niemand minder dan Jezus Christus. Mohammed zelf heeft geen goddelijke status, en is alleen de spreekbuis geweest waardoor het woord van God is neergedaald.

Verder was Mohammed ook maar een sterveling, die fouten kon maken en zich vergissen, en die misschien voorwerp van tedere gevoelens uitmaakt, maar niet van aanbidding of verering. Het stuit elke rechtgeaarde moslim tegen de borst als er personen worden vereerd.

8. Positie

De problemen komen met de ander mee, en ze zullen niet met hem weggaan. Als we vandaag zoveel samenlevingsstoornissen hebben, dan komt dat vaak door vooroordelen en misvattingen die we hopelijk kunnen wegnemen door juiste informatie te verstrekken. De meeste moslims die ik ken, en ik ken er toch wel honderden, zo niet duizenden, gezien mijn werk in een gemengde wijk in de hoofdstad, zien de islam als een boodschap van liefde en vrede.

Dit staat in schril contrast tot wat een aantal deelnemers aan het facebookforum beweren. Zij stellen de islam als een wreedaardige en gewelddadige godsdienst voor. Zo is er iemand die een immense kloof ziet liggen “tussen het Nieuwe Testament en de Koran. De boodschap van het NT is liefde. Islam betekent onderwerping en blinde gehoorzaamheid. Niks voor een verstandig man als jij.”

Daar had ik even niet van terug. Ik heb dat al vaak gezien, die pogingen het christendom en de islam met elkaar te vergelijken, om aan te tonen dat eerstgenoemde toch beter is dan laatstgenoemde. Je kunt dat op twee manieren doen. Ofwel door de grondgeschriften naast elkaar te leggen. De Bijbel naast de Koran. Daaruit zou moeten blijken dat de Bijbel toch beter is.

Je kunt aan de andere kant ook gaan kijken hoe beide geloofsgemeenschappen zich in de loop van de geschiedenis gedragen hebben. Je moet dan wel onbevooroordeeld lezen en ook de andere zijde aan het woord laten.

Beide boeken bevatten een hoop geweld. Er is geweld in elke tijd en in elke samenleving. De Heilige Schriften schetsen een beeld van hun tijd. Je kunt niet uit een literaire analyse van twee Heilige Schriften afleiden dat de ene geloofsgemeenschap beter is dan de andere.

Je zult altijd zien dat zowel de Heilige Schrift als de geschiedenis op uiteenlopende manieren gelezen worden. Het is een kwestie van standpunt en invalshoek. We mogen onze eigen positie bepalen, maar het is goed om af en toe eens te proberen het van de andere kant te bekijken. We zullen vaak ontdekken dat de anderen net dezelfde vooroordelen over ons hebben, als wij over hen. Een lukraak gekozen moslim in een moslimland zal hetzelfde over ons denken als wij over hem of haar.

9. Gruweldaden

We mogen niet voorbijgaan aan alle narigheid die in de loop der eeuwen in naam van de christelijkheid over de moslimbevolkingen is uitgestort. Daar ligt nog een diepe kloof, tussen hoe de christenen en bij uitbreiding de westerse verlichting zichzelf waarnemen, en hoe ze waargenomen worden, en hetzelfde is mutatis mutandis waar voor de Islam.

Het drama is dat wij aan weerskanten een vredelievende godsdienst toegedaan zijn, en elkaar toch zo in de haren kunnen vliegen. Om met Jezus te spreken: wij zien de splinter in het oog van de ander, maar niet de balk in onze eigen oogkas. Er gaat een lange geschiedenis aan vooraf die ik niet zal herhalen, maar het wederzijds wantrouwen dateert al van voor de tijd van de kruisvaarders. Dat gaat ook al meer dan duizend jaar terug.

Andersdenkenden en anders ge-aarden zijn de in de geschiedenis van het christendom veel wreder en bloeddorstig vervolgd, dan in de geschiedenis van de islam. Deze laatste kent geen inquisitie en geen concentratiekampen. Laten we nu maar eens ophouden ons beter te voelen dan zij, en leren naar elkaar te luisteren, zonder daarom altijd de oude vooroordelen van stal te halen. De gruweldaden die in de naam van Jezus Christus zijn begaan, zijn in de naam van Jezus Christus begaan, en hetzelfde geldt voor de islam.

Net zoals het evangelie bevat de Koran een boodschap van liefde en vrede. Beide zijn in de loop der geschiedenis vaak misbruikt door lieden met slechte bedoelingen. Elke moslim die ik ken, en ik ken er duizenden, keurt de gruweldaden van IS hartgrondig af, en dat nog eens dubbel, juist omdat deze schendingen in naam van God worden begaan, waardoor niet alleen de menselijkheid maar ook de goddelijkheid geschonden wordt.

Los daarvan moeten we niet te hoog van de toren blazen. Wie iedere moslim verantwoordelijk stelt voor elke vorm van extremisme binnen de eigen geloofsgroep, zal zich als inwoner van een westers land mee moeten voor verantwoorden voor de kruistochten, de Dertigjarige Oorlog, de inquisitie, de Holocaust, om nog maar te zwijgen van de zuivering van Spanje in 1492. Stond dat dan allemaal niet haaks op het evangelie, hoewel het in naam van God gebeurde?

Laten we ophouden elkaar met eeuwenoude teksten om de oren te slaan en oude ergernissen uit het grijze verleden altijd maar weer op te rakelen.

10. Geloof

Voor ongelovigen

“De laatste weken loopt het wel een beetje de spuigaten uit,” zo schrijft iemand. “Je lijkt wel op kruistocht te zijn.” Voor een christelijke moslim is het woord ‘kruistocht’ wel ongelukkig gekozen, want het gaat om een geschiedkundig verschijnsel dat aan weerszijden van de kloof – die ik tracht te overbruggen – geheel anders wordt ervaren en voorgesteld.

Voorts vindt dezelfde deelnemer “dat noch de Bijbel, noch de Koran ‘heilige schriften’ waren. Het zijn immers gewoon historische teksten, geschreven door iemand die er vandaag misschien wel de Nobelprijs voor de Literatuur mee zou kunnen winnen!” Dat mag hij vinden, en ik mag er wat anders van vinden. Ik zie er iets in dat hij er niet in ziet: de heiligheid. Het sacrale.

Een atheïst kan niet anders dan de heiligheid van de teksten verwerpen. Zo lang dit niet gepaard gaat met verwerping van de persoon van de gelovige – en dat gevoel heb ik hier niet – mag dat allemaal. Maar wat ik doe mag ook. Op mijn website en op mijn facebookpagina, want ik doe nu de twee parallel met elkaar, voel ik me thuis, en ik gooi eruit wat er in me opkomt, zonder daarvoor van iemand de toestemming te vragen, zolang het mag van meneer Zuckerberg.

Het loopt inderdaad een beetje de spuigaten uit, en ik kan er niet over ophouden. Ik doe nu al een paar weken elke dag mijn stukje, en daar komt dan weer reactie op en ik schrijf dan terug, en ga zo maar door. Ik denk juist dat het heel goed is om het een keer uitgebreid en uitputtend over het onderwerp te hebben tot we uitgepraat zijn.

Niemand is verplicht de heiligheid van de Bijbel of de Koran te erkennen, maar we mogen wel respect betonen voor de grote aantallen mensen – samen een aanzienlijk segment van bijna de helft van de wereldbevolking – die er wel een vorm van heiligheid in zien.

Sommigen daarvan, waartoe ik mezelf wil rekenen, vinden in die Heilige Schrift de inspiratie, de moed en de volharding om naar een betere wereld te streven waarin iedereen zijn plaats kan vinden zonder discriminatie te moeten vrezen, en waarin ook de zwakkeren zich kunnen ontplooien. De Heilige Schrift nodigt niet alleen uit tot engagement voor een betere samenleving, en dat ook nog in de moderne maatschappij van vandaag, maar vormt ook de basis van een mystieke ervaring, die de meeste atheïsten – helaas voor hen – zal ontgaan.

11. Op zoek

Naar God

Wat mystiek juist is, valt moeilijk uit te leggen aan degenen die er niet de gave voor hebben. Je kunt dat immers niet begrijpen zonder te geloven. Credo ut intelligam, om met Augustinus van Hippo te spreken. Ik geloof om te begrijpen.

Ik weet niet eens of ik geloof, maar ik weet wel wat ik aanneem: Gods Gezag over de mens. Aanvaarden is iets anders dan geloven. Ik kan me helemaal niets bij God voorstellen, en zo hoort het ook te zijn. De twee tekens die we van God hebben, zijn de schepping en Zijn Woord. Dat Woord van God kan tot mij spreken en niet tot jou, dat mag best zijn. Dat plaatje van wat God is, moet niemand voor ons invullen.

Hij heeft mij trouwens niet altijd toegesproken. Ik ben er nu ontvankelijker voor dan vroeger, dankzij de opgebouwde levenservaring. “God roept niet maar hij fluistert.” zegt de Heilige Teresa van Avila. Het feit dat ik naar dat bovennatuurlijke Woord mag luisteren, geeft mij geen extra macht, geen enkel privilege of morele superioriteit. Ik heb er geen verdienste aan. Maar het geeft me wel extra kracht.

Ik zou een verminderde mens zijn als ik die dimensie niet had, en ik noem dat de mystieke dimensie. Ik heb me jarenlang stuk gelezen in de christelijke en dan vooral de katholieke mystiek, en zo ben ik vanzelf op de mystieke islam terechtgekomen, een uiterst boeiend onderwerp. Het zal op atheïsten geen enkele aantrekkingskracht uitoefenen, maar op mij dus wel.

Ik ben wetenschappelijk opgeleid en verknocht aan de verlichting, maar ik heb daar toch een paadje gevonden dat naar de godservaring leidt. Dat is wat mystiek is: op zoek gaan naar de godservaring. Het gaat om het zoeken, en blijven zoeken. Mijd u van mensen die menen het gevonden te hebben. Het is daarom dat ik slechts met de grootste tegenzin onthul, dat ik meen voldoende antwoorden gevonden te hebben, om erin te berusten. Ik zal wellicht altijd  nog wel verder blijven zoeken, maar zonder de rusteloosheid die me voor het geloof overkwam.

We hebben de meeste, zo niet al onze kennis aan de literatuur te danken. We zouden de wereld niet kunnen begrijpen en beheersen, zoals we dat vandaag kunnen, als er de literatuur niet was. Zonder geletterdheid stonden we elke dag voor grote raadsels.

12. In het begin…

…was het woord

Binnen de literatuur neemt de Heilige Schrift, van Tenach via de Bijbel naar de Koran, een aparte plaats in. Sommigen hier op dit forum mogen het oude en gedateerde teksten noemen, maar ze zijn wel maatgevend geweest voor telkens een beschaving die eraan ontsproten is en die er zich in weerspiegelt.

Elk goed boek verwijst naar andere boeken en een groot boek heeft een diepgaande invloed op boeken die erna komen. Nu is de invloed van de Bijbel voor onze cultuur, en die van de Koran voor de islamitische cultuur, niet te onderschatten. Onze taal is doordrenkt van uitdrukkingen die uit het Oude of het Nieuwe Testament stammen. Dat is bij de Arabieren ook zo, maar dan met verzen uit de Koran.

De Heilige Schrift vormt de mythe fondateur, zeg maar de stichtingsmythe van de samenleving. Daarin spiegelen de christenen en de moslims elkaar, de Joden niet te na gesproken, dat er een verhouding is tot een geschreven oerbron, stammend uit het vruchtbare moment in de geschiedenis dat een orale literatuur overgaat in een geschreven vorm.

Het gebeurt in een scharniergewricht in de tijd waarbij de mondelinge overdracht, die het van het menselijk geheugen moet hebben, voor de neergeschreven versie plaats moet maken. Zo hebben de Grieken de Ilias van Homerus. Dat is ook een Heilige Schrift met de kenmerken van een stichtingsmythe. Het is een taalmaatstaf, een toegang tot de hogere werkelijkheid van het sacrale en het metafysische.

In het historisch proces dat tot een geletterde maatschappij heeft geleid, gaat de poëzie aan het proza vooraf, en het sacrale aan het materiële.  Of je er nu zelf in gelooft of niet, je zult moeten erkennen dat deze teksten voor heel veel mensen het Woord van God bevatten. Dat is een sociologisch feit, en een om rekening mee te houden zoals de geschiedenis uitwijst.

Voor megagrote aantallen mensen is de Heilige Schrift wel degelijk een leidraad in hun dagelijkse leven, waardoor zij proberen het goede doen, en het kwade te laten. We moeten daar niet neerbuigend of minachtend gaan over doen, want dan gaan we hen niet voor ons innemen.  Uiteindelijk moeten we met zijn allen samenleven.

13.Er is geen God

Behalve God

Ook vandaag hebben veel mensen een spirituele behoefte. De hele vraag is, hoe gaan we met het bovennatuurlijke om? Je kan het bestaan ervan ontkennen, wat velen doen, maar daar schiet je weinig mee op, en je mist heel wat. Ook dan nog zul je in de samenleving veel gesprekspartners ontmoeten die wel geloven. Het kan dan van nut zijn daar iets over het geloof van de andere te weten, om het gesprek tot een succes te maken.

Kennis van en respect voor de boodschap van de Heilige Schrift – ook die van de ander – is van nut om elkaar beter te verstaan. Zo zie ik in de dagelijkse praktijk de ene na de andere met wie het praten een stuk makkelijker wordt, als je hun premissen aanvaardt. Daarom mag ik zeggen, zonder verraad te plegen, dat ik christen ben met de christenen, en moslim met de moslims, en zelfs atheïst met de atheïsten.

We moeten het gesprek met elkaar aangaan om ons eigen leven en zo mogelijk ook dat van de ander te verbeteren, op grond van een evangelisch engagement. In de hulpverlening neemt de ander een bijzondere plaats in. Het is de hulpvrager die het proces van de hulpverlening zin geeft. Christus toont ons zijn gelaat in de lijdende mens.

De therapeutische alliantie is gebouwd op wederzijds vertrouwen en het vinden van een gemeenschappelijke taal. Het geloof maakt deel uit van de persoonlijkheid. Respect voor het geloof van de ander, zo mogelijk gepaard met enige nieuwsgierigheid, zal nodig zijn om de voorwaarden te scheppen waarbinnen een uitwisseling mogelijk is.

Als ik zeg dat ik christen en moslim ben, dan is dat alleen om te zeggen dat ik van die twee geloofsgemeenschappen deel uitmaak en er de taal van spreek. Daarmee heb ik niet willen opscheppen dat ik een uitstekende christen of een uitmuntende moslim zou zijn. Het zijn ook geen identiteiten die mij overheersen. Praktiseren doe ik niet. Ik ben geen lid van een gemeente

Al hebben sommigen dat wel geprobeerd, er kan me niemand verbieden mezelf een christen of een moslim te noemen, en als dusdanig het woord te nemen. Als er dogmata zijn die dat tegenspreken, zoals iemand of Facebook beweert, dan zou ik die wel eens willen leren kennen. Ik ben immers een vrije gelovige, die zelf bepaalt wat hij wel of niet gelooft, en hang van geen enkele dogma-producerende overheid af.

14. Besluit

Katholiek ben ik niet meer, maar christen nog wel. Zolang de catechismus homoseksualiteit een objectieve stoornis noemt en meent dat homo’s in kuisheid moeten leven, vind ik de Rooms-Katholieke Kerk toch maar een vrouwen hatende, homofobe en pedofiele club van oude mannen. Een oord van rancune, wroeging en wrok. Meer en meer christenen nemen afstand van de kerk waarin ze zijn opgegroeid. Ons waardenstelsel, ons engagement en finaal ons hele denken zijn echter gebouwd op een christelijke grondplaat die onze westerse beschaving sinds jaar en dag doordesemt.

Hetzelfde kan ook een moslim in een moslimland zeggen. Je kunt die erfenis proberen van je af te schudden, maar dat lukt niet. Je draagt de stempel van de beschaving waarin je opgroeit. Daar is niets mis mee. Aan de andere kant zijn de eeuwenoude teksten niet zomaar klakkeloos toe te passen op de werkelijkheid van vandaag. Wat wel min of meer lukt, is het integreren van die gelovige inspiratie met de hedendaagse kennis, die op wetenschap en techniek gebaseerd is.

Binnen de kerk kan dat soms nog heel moeilijk verlopen, zolang het gezag de wetenschappelijke vooruitgang naast zich neer legt, maar buiten de kerk, en dat is waar meer en meer westerlingen zich bevinden – en het is in het oosten wellicht niet anders – gaat dat eigenlijk vanzelf. Het is alsof de wetenschap en het geloof elk een hersenhelft bewonen, maar toch elkaar aanvullen om een coherent beeld van de wereld te scheppen, die steeds complexer en steeds moeilijker te ontcijferen is.

Er is geen God behalve God en Mohammed is zijn profeet. Ik kan de geloofsspreuk als christen uitspreken zonder Jezus te verraden, aangezien de Heilige Koran Jezus als een profeet erkent. Wellicht de grootste profeet van allemaal, Mohammed zelf niet meegerekend, al vond hij zelf van niet. Door de credoformule uit te spreken doe ik geen stap terug, maar ga ik integendeel vooruit in de aanvaarding van de goddelijke openbaring, die we kennen uit de Heilige Schrift.

Het is geen slaafse onderwerping, noch een blinde overgave, maar juist een verlichte zelfschenking. We geven ons weg om een groter goed in de plaats te krijgen: de goddelijke genade. Zij alleen kan ons met het leven verzoenen en ons de kracht geven te strijden voor een betere samenleving waarin ook plaats is voor de zwakken, de armen en de geestgestoorden.

Doorzoek de site

Generic selectors
Exact matches only
Search in title
Search in content
Post Type Selectors
Search in posts
Search in pages

17 juli 2020

0 reacties

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ook interessant?