Spring naar de inhoud

Hereniging

Hereniging

Essays_Hereniging_schilderij koppel

Zeven stadia

Daar waar het allemaal begint met het ontwaken,

Het krieken van de nieuwe dag die open ging,

Kwam van het een het ander. Voorvereniging!

En voor je ’t wist was er een nieuwe stand van zaken,

Tot een en ander door elkaar begon te raken,

En het kwam tot een crisis en tot strubbeling,

Waarna een tijd van afgesneden zijn aanving,

Het wederzijds gemis als richtsnoer en als baken.

Dra zal de een zich aan de ander overgeven!

Zo zonder voorbehoud, totaal, geheel en gans,

Verschijnt het nieuwe licht voor altijd in je leven.

Zo geeft de Ander aan de Een ‘n nieuwe glans.

In de hereniging sinds tijdbegin beschreven.

In kosmosharmonie en melodieuze dans.

Zeven fasen in de hereniging

Ontwaken

Uitproberen

Crisis

Weglopen

Overgave

Glans

Harmonie

Bron: https://universeleliefde.wordpress.com/stadia-van-tweelingziel-hereniging/.

De zeven fasen

In de hereniging van tweelingzielen

Ik heb het lijstje (zie kader) op een website gevonden. Het leunt aan bij de Ayurveda filosofie zoals ik op andere sites kon vaststellen. Zeven fasen. Het heeft wel wat, en het is wellicht van toepassing op elke toenadering die leidt tot de hereniging van twee zusterzielen.

Je vindt het idee ook bij Plato: dat er aan dit leven een andere toestand is voorafgegaan, waarin een verbintenis bestond, die is verbroken toen we tot leven kwamen. De ziel is voor de mens geschapen. Ik heb voor de gelegenheid de titels in het lijstje aangepast, en ik heb ervoor gekozen om het op één woord te houden per titel, zodat we het volgende scenario krijgen: zie kader.

Je kunt het ook zien als een procedure, of als de weerslag van een wisselwerkingsproces dat zich eenmalig of cyclisch kan voordoen. Het is zowel toepasbaar op de ontmoeting met de andere in een liefdesverhouding tussen mensen, als ook op de ontmoeting met de Ander, met hoofdletter, in het mystieke avontuur.

Zowel in de liefde als in de godsontmoeting gaat het om een hereniging, in het eerste geval met de zusterziel, met wie we een verbondenheid gewaarworden die aan de tijden voorafgaat, in het andere geval met de Mystieke Geliefde, of de Beloofde Bruidegom of Bruid, of hoe we hem of haar ook wensen te noemen. De Welbeminde zoals we die uit de mystieke literatuur kennen.

Die hereniging komt niet zonder slag of stoot tot stand. Het is geen pad dat over rozen voert. Het is een ingrijpend proces dat ons ten zeerste kan beïnvloeden in wat we doen, en dat ons leven kan veranderen. In die vorm vindt het hoogstens een paar keer plaats in een mensenleven, maar je kunt er ook fragmenten in zien van allerlei ontmoetingen en kennismakingen die we opdoen, waarvan er toch altijd een paar zullen zijn die ons vragen doen stellen.

We moeten ons daar niet a priori van afsluiten. Dat leven bestaat uit een rij van ontmoetingen. Vele geven aanleiding tot teleurstelling, maar af en toe is er iemand die ons door elkaar schudt, en daar moet je open voor blijven, voor dat moment dat het zich voordoet.

Laten we dus beginnen bij het ontwaken.

De ontwaking

Het begint ermee dat er tussen twee personen iets wakker wordt dat lag te slapen. Eerst is daar nog geen naam voor. Het is alsof een oud en diep verlangen dat zich lange tijd verscholen heeft, nu wakker wordt en zich laat gelden. Het kan een krachtig gevoel worden, dat wel eens verbluft en verbijstert. Het hakt erin.

Het ontwaken gaat met verbazing gepaard. Dan rijst het vermoeden dat iemand die we ontmoetten zich tot de weergekeerde, vroeger ooit afgescheiden tweelingziel, zou kunnen ontpoppen. Iemand bij wie je het gevoel hebt dat die de andere helft vormt van iets wat ooit een eenheid is geweest en door toedoen van geheimzinnige krachten in een grijs verleden uit elkaar is gehaald. De wederhelft met andere woorden.

Het is of je elkaar herkent van vroeger, of allerlei puzzelstukjes nu in elkaar passen. Vaak zijn de omstandigheden van de ontmoeting bijzonder, hangt er iets mysterieus in de lucht, en verwijzen allerlei toevallige details naar elkaar om een patroon te vormen. Zo ontstaan de gunstige omstandigheden waarin het hart zich kan openen naar het hart van de andere, van weerskanten in een gelijk opgaand, maar niet identiek proces.

De beide zielen lopen vooruit op de hereniging en smelten soms al eens een beetje samen, zonder dat je daar eerst erg in hebt. Beide tweelingzielen zullen op dat ogenblik een gevoel van versnelling in hun leven ervaren. Als het goed is, dan gaat dat in de richting van meer inzicht, in zichzelf en in de ander, en naar een dieper geestelijk begrijpen van elkaar. Deze eerste fase is een wissel op de toekomst en een voorafschaduwing van de werkelijke vereniging die nog moet komen.

De volgende fasen zijn in de kiem reeds aanwezig, maar de draagwijdte zal pas per fase duidelijk te worden. Het is zoals de etalage van een winkel. Een goede winkel heeft een mooie etalage die al een idee geeft van wat in de winkel te krijgen is, zonder alle geheimen prijs te geven. Zo kun je dus ook die eerste fase zien.

De bedoeling van elke zinnige menselijke interactie is dat je elkaar helpt de innerlijke krachten los te maken, die ons elk van beiden naar een grotere hoogte en diepte van het bewustzijn zullen stuwen, om in een nieuwe werkelijkheid wakker te worden. We moeten elkaar bevrijden en niet kluisteren. Het is goed om dat voor ogen te blijven houden in wat volgt.

.

Uitproberen

De sterke aantrekkingskracht die de twee zusterzielen, wanneer ze elkaar hebben gevonden, op elkaar uitoefenen, noopt tot uitproberen en experimenteren: de grenzen aftasten, kijken of alles wel klopt. Zien hoever je kunt gaan. Wat voor vlees hebben we hier in de kuip?

Het bewijs van de taart is hem opeten. De wisselwerking aangaan en kijken wat het oplevert. Meer kun je niet doen. Elkaar opzoeken en kijken of er wat van komt. Het is de testfase, die vaak met horten en stoten, in sommige gevallen zelfs stormachtig, verloopt. Zomaar een beetje aanrommelen, maar vooral het contact onderhouden. Doorgaan zolang het spannend blijft.

Het aanvankelijke en tijdelijke ontwaken van de geest – dat in de eerste fase heeft plaatsgevonden – vervaagt en verdwijnt naar de achtergrond. In plaats daarvan duikt het ego opnieuw op. Elk van de zusterzielen probeert de wisselwerking terug te brengen tot een beheersbaar niveau, maar doet dat op zijn of haar manier, waarin niet altijd vanzelf de overeenstemming voor de hand ligt.

Daar komen ook vaak machtsspelletjes bij kijken. Elk van beide spelers zal zijn machtsmiddelen uittesten. Dat gebeurt onbewust en onbedoeld, en het is niet iets om zich altijd voor te schamen. Het is beter dat onder ogen te zien, dan kun je er ook beter mee omgaan en er iets mee doen. Zo kan het gebeuren dat de ene probeert een bepaald relatiemodel door te drukken, waar de ander zich niet kan in herkennen.

Zolang je dat niet inziet, kan dat een onbewuste hinderpaal vormen. Het ego wil een relatie zoals het zich dat voor had gesteld, maar als je daar op doorgaat, dan schep je je onvermijdelijk een voorwaardelijke vorm van liefde ervaren: ‘Ik zie je graag als…’ Dat is in zekere zin een kluister. In deze fase kunnen allerlei andere innerlijke conflicten de kop opsteken.

De tweelingzielen tobben en piekeren over wat ze geleerd hebben, hoe hun geliefde moet zijn en hoe een relatie in hun ogen moet zijn. Het zal erop aankomen vermolmde vooronderstellingen, die niet langer meer van toepassing zijn, te ontmaskeren en af te schudden, om zodoende open te staan voor het nieuwe en onverwachte waar we nog geen idee van hadden.

Op een bepaald ogenblik komt al het getob bij elkaar en gaan we over naar de volgende fase.

Crisis

Beide tweelingzielen voelen zich terzelfdertijd geïnspireerd en omvergeworpen door de kracht van de aantrekking, maar er zullen ook altijd gevoelens opkomen die zich tegen de toenadering verzetten. Wie op de drempel van de liefde staat, moet ook veel achterlaten en opgeven. Het is een keuze die je moet maken en die niet zonder consequenties voor je verdere leven zal blijven.

Het is dan ook normaal dat er twijfel komt opzetten. Een van beiden of allebei zal of zullen gelegenheid vinden om argwaan of achterdocht te uiten of een kritische houding aan te nemen. Wanneer blijkt dat de relatie zou kunnen uitlopen op meer, en dat er van de hereniging van twee zusterzielen sprake zou kunnen zijn, wordt snel duidelijk wat de consequenties zijn.

Er komt altijd wel een crisis die de keuze scherpstelt. Dan wordt het alles of niets, en daar kun je niet onderuit, wat je ook onderneemt om dat niet onder ogen te moeten zien. Er ontstaat op een of andere manier een ruzie of onenigheid, en dan moet je kijken hoe de twee kanten gaan reageren en of ze manieren vinden om het meningsverschil op te lossen.

De afloop ligt niet van tevoren vast, maar wanneer je eruit komt, biedt net de crisis je de gelegenheid allerlei egoïstische vooronderstellingen aan de kant te zetten. Dat moet je ook doen als je de geliefde niet wil verliezen. Je moet jezelf als het ware een stukje gaan ombouwen. Dat is geen pijnloos proces en het gaat met onrust en angst gepaard.

Die angst kan een eigen leven gaan leiden en diepliggende reflexen uitlokken, wat zich kan uiten in disfunctionele emotionele patronen en inadequaat gedrag. Die reflexen moet je maar observeren en proberen er inzicht in te krijgen. De angst wordt in de hand gewerkt door de onzekerheid, en zolang de ziel tussen het ene en het ander uiterste heen en weer geslingerd wordt, blijft de angst overheersend.

Ondanks de schrikvrees zullen de tweelingzielen elkaar toch blijven opzoeken en de onenigheden uitklaren. De crisis loopt in Hippocratische termen uit op de lysis: de oplossing. De ziel is moegestreden en lijkt uit elkaar te vallen. Er komt een voorbijgaand moment van onmacht.

Als alles goed verloopt, kom je daar sterker uit, rijper en volwassener. Als de verhouding tegen de crisisomstandigheden bestand is gebleken, zullen de lijnen glad zijn getrokken en kunnen beiden hun plaats innemen in een hecht verbond.

Weglopen

Binnen de eenheid van de tweelingvlam die samen gloeit, is de goddelijke vereniging van het bewustzijn van tevoren ingeschreven. Nu kun je nog weg, maar als je doorgaat lijkt het wel of een deur achter je dichtvalt. Als je doorgaat, kun je steeds moeilijker achteruit. Voor jou gaat steeds weer een andere deur open.

Er komt echter een moment dat een van beiden toch gaat weglopen, om er later achter te komen dat afstand nemen geen oplossing biedt voor het mateloos verlangen naar de afgescheiden zusterziel. Elke mens is van nature bang voor de vernietiging van zijn geloofssysteem. De wereld die we hadden opgebouwd, staat ineens op losse schroeven door toedoen van die bijzondere ander. In het gemis, dat met het weglopen gepaard gaat, zowel bij degene die het gevoel heeft gebleven te zijn, als bij degene die wegloopt, komt dat tot uiting.

Het pijnlichaam neemt de overhand. Patronen als tarten, weerstand, manipulatie, boosheid, straffen en oordelen steken de kop op. Een tweelingziel of beide raakt emotioneel en mentaal overspoeld met diepe zielenpijn. Deze pijn voelt als afwijzing of verlatenheid op zielsniveau. Het is de donkere nacht van het verstoten zijn.

Deze ondraaglijke pijn kan er bijvoorbeeld toe leiden dat een van beide zusterzielen zich fysiek terugtrekt en elke poging tot communicatie saboteert uit angst, niet zozeer voor de ander maar voor de heftigheid van de eigen gevoelens, terwijl de andere ziel allerlei vergeefse pogingen onderneemt om de oorspronkelijke harmonie, die al bestond voor het begin van de tijden, en die nadien verloren is gegaan, opnieuw in eer te herstellen.

Wat je voor ogen moet houden, in de wegloopfase, is dat het dit keer een kwestie is van de juiste afstand opzoeken. Dicht genoeg bij elkaar om van elkaars er zijn te kunnen genieten, maar met voldoende afstand zodat elk van beiden ook zijn of haar gang kan gaan op deze ingewikkelde planeet. Weglopen is een manier om meer afstand tussen de beide polen in te bouwen.

De wegloper krijgt de ruimte en vrijheid om te evolueren in zijn of haar eigen tijdsbestek en de tweeling die zich reeds overgeeft, houdt een ruimte in zijn of haar hart voor de geliefde gedurende de tijd dat de wegloper het leven volledig exploreert op zoek naar de verlichting. Dit kan een periode zijn van het kanaliseren van onvoorwaardelijke liefde voor kunst, muziek, schrijven, leren, een actieve dienstverlening of elke andere creatieve manier van zich uiten.

Overgave

In elke liefdesverhouding zit een groot stuk gemis ingebouwd. Liefde vormt een balsem voor het menselijk tekort, maar neemt het niet weg. Daar moet je klaar mee komen om vooruit te kunnen gaan in de richting van heling en zelfontplooiing.

Wanneer blijkt dat er buiten de hereniging geen heil te vinden is, breekt het ogenblik aan om er zich aan over te geven. Niet iedereen is tot overgave in staat. Sommigen moeten het met veel moeite leren. Het is iets waarin we kunnen vorderen met de jaren.

De overgave vergt dat de ene ziel zich uitstort in de andere, die zich van haar kant in de jouwe stort. Wanneer de liefde werkelijk toeslaat is er geen reserve meer. Alle terughoudendheid valt weg door de dieptekijk die daar ontstaat, al kan die enigszins duizelig maken. Je kunt dat dan niet meer sturen.

De richting en het resultaat van de wisselwerking is niet vooraf te bepalen. De overgave is niet alleen een zich overgeven aan elkaar, maar ook zich samen aan een weldoend proces overgeven, dat geen van beiden kan beheersen. Voor de gelovigen onder ons gedijt de wisselwerking onder de adem van de Heilige Geest in het vertrouwen dat de unie onder Goddelijke bescherming valt.

Er tekent zich een gemeenschappelijke lotsbestemming af, die zich verder zal ontwikkelen. Dat wat het beste voor beiden is, zal gebeuren. Daar kan ook een seksueel onderdeel in passen. De seksualiteit vormt geen obstakel, maar ook geen must, om bij elkaar de verlichting te vinden. Elk intiem contact, seksueel of niet, zal zich voordoen als de tijd er rijp voor is en met andere woorden als beiden er klaar voor zijn.

De waarachtige liefde kent geen machtsgebruik noch dwang. De overgave komt vrijwillig tot stand. Elke ongeoorloofde druk zal tot het tegendeel leiden en de overgave onmogelijk maken. In deze fase dienen beide zusterzielen hun eigen kleine zelfzuchtigheden los te laten, alsmede de mindere kanten van de andere te aanvaarden.

Het is goed daarbij voor ogen te houden dat er een onzichtbare hand lijkt te zijn die het liefdesbootje in goed banen stuurt, ook al is dat niet altijd in de richting die we voor ogen hadden. De liefde herbergt haar eigen rechtvaardiging, zolang je oprecht bekommerd bent om het welzijn en het welbevinden van de ander.

Glans

De toenadering van de twee zusterzielen loopt op een hoogtepunt uit, dat onvergetelijk zal blijken te zijn. Zij zijn elkaar zo vertrouwd en genaderd dat niets hun hereniging nog in de weg staat, op basis van een vereniging, die zich met alle denkbare middelen kan voltrekken, tot er een duizeling ontstaat, waarbij de ene ziel in de andere vervloeit en overgaat.

Deze extatische vorm van de hereniging kan echter niet blijven duren en is in de tijd beperkt. Het ego, of het kleine ik, sterft af: het reptielenbrein dat veel van onze gedragingen stuurt en verklaart, ons in competitie met anderen brengt, en steeds op eigen voordeel uit is. De liefde geeft ons de kans deze beperking te overstijgen, en de beide hemisferen van ons werkelijke, menselijke brein te leren gebruiken.

Het lijkt erop dat de energie van een almachtige kracht het lichaam overneemt. Dit leidt tot een volledig geestelijk ontwaken en het ontluiken van de goddelijke kiem die we in ons dragen. We worden dan als het ware van binnenuit verlicht en we kunnen dat ingestorte licht zodoende naar buiten uitstralen, ten behoeve van anderen.

Dit is de fase van het uitstralen van Goddelijke liefde en dat is van een heel ander niveau dan het zoeken naar romantische liefde op een erotische basis dat wellicht een rol speelde in de beginfasen. De ware liefde gaat een stuk verder dan dat. Op het emotionele, mentale, en spirituele vlak bereikt de ziel, wanneer zij zich overgeeft, een niveau van volledig ontplooide volwassenheid.

Het streefdoel tijdens de glansfase is deze uitstroming van goddelijke liefde naar buiten toe in de hand te werken, middels onze lichamelijke aanwezigheid onder de anderen, in ons werk en in ons privéleven. De liefde, als zij waarachtig is, maakt van ons betere mensen, in de zin van meer begaan met anderen en bekommerd om het welzijn van derden.

Het is het vermogen tot liefhebben dat de mens volledig tot mens maakt en dat de basis vormt van een rechtvaardige ordening van de maatschappij, als zulks überhaupt bestaat. Tegenover de cynische wreedheid van de dagelijkse werkelijkheid kunnen wij alleen zorg en bekommernis om elkaar stellen.

Harmonie

Het is of de liefdesenergie zich voortdurend vanzelf regenereert, als de gave van de één een geschenk voor de ander wordt, en dat in voortdurende wisselwerking, waarbij wij elkaar vooruit doen gaan.  De harmonie kan heel lang duren en er staat geen maat op de onuitputtelijke reserves aan geestelijke drijfkracht die ervan uitgaat.

Wanneer de eerste zes fasen zijn doorlopen, ontstaat een toestand van evenwicht en sereniteit, die echter niet zomaar van zelf tot stand komt, want er moet aan gewerkt worden. Liefde is een werkwoord dat tussen het onderwerp en het lijdend voorwerp staat. Het subject is een persoon. Het lijdend voorwerp is een ding.

Liefde is echter een wederkerig werkwoord. Het is iets wat we met elkaar en ten opzichte van elkaar doen. De ander is geen object meer, maar een subject geworden. De twee levens zijn met elkaar in harmonie getreden, dat betekent in eenklank met elkaar, maar ook unisono met de kosmos.

Dat brengt een overeenstemming van de innerlijke ziel met de uiterlijke wereld met zich mee. Als twee zielen erin slagen een gezamenlijke onderneming te starten waarin ze elkanders heil voor ogen houden, dan schept dat hoop voor de samenleving eromheen. Het gaat om twee subjecten in de betekenis van menselijke individuen die over een vrije wil beschikken, die elkaar ontmoeten en die samen iets doen dat de zelfzuchtigheid overstijgt.

De tweelingen zijn ‘wakker’ geworden in elkaars omhelzing. Hun samensmelting, rekening houdend met de menselijke grenzen, stelt hen in staat ongekende bronnen van geestelijke vernieuwing aan te boren en hun potentieel samen te voegen, zodat het niet alleen bij elkaar wordt opgeteld, maar zich ook vermenigvuldigt.

Beide partijen gaan gelijk op in het energetisch proces van de onvoorwaardelijke liefde en dat gebeurt op een manier dat ook anderen hierdoor gunstig beïnvloed worden, in het openen van hun harten naar anderen toe. Wanneer twee zielen elkaar gevonden hebben, kunnen zij een inspiratie en een richtpunt vormen voor anderen die nog zoekende zijn.

Deze laatste fase van de harmonie vormt de vervulling van waar het mee begon: de tweelingziel die ooit verenigd, vervolgens afgescheiden, en nu herenigd is geworden.

Besluit

We moeten ons ik achterlaten om onszelf te kunnen worden. Dat kleine ego dat ons ten koste van anderen voortjaagt in de wereld, het roofdierbrein dat steeds op zoek is naar bevrediging en verzadiging, zonder ooit tot tevredenheid te kunnen komen. Dat is wat we achter moeten laten, om iemand te worden die zichzelf kan weggeven, zonder daarbij in te boeten.

Er is altijd een moment van verwarring als je de oude strategieën moet loslaten nog voor je goed en wel vertrouwd ben met de nieuwe. Op dat ogenblik is een wilsdaad van liefde nodig om het offer van de zelfzuchtigheid te brengen. Als wij een tweelingziel hebben gevonden is dat een uitstekende gelegenheid om deze belangrijke metamorfose te volbrengen.

Er zijn ook mensen die nooit een zusterziel vinden en die het zonder moeten stellen. Zij kunnen echter ook tot overgave komen, en hun kleine ego loslaten, al is het op je eentje altijd dat tikkeltje moeilijker. Je kunt een gelijkaardige grondstof van liefde vinden in vriendschapsrelaties of familiebanden.

Om daar gemakkelijker toe te komen, is het aan te raden geregeld te mediteren en de geest aldus te laten rijpen, met behulp van de juiste voeding. Geestelijk voedsel is in de literatuur te vinden, in de kunst en in de media, maar je moet wel uitkijken, want sommige bronnen deugen niet. We moeten die literatuur kritisch blijven lezen en steeds tegen het licht houden.

Het is de enige manier die we hebben om twijfels te beslechten. Zeg me wat je leest en ik zal je zeggen wie gij zijt. We beseffen dat niet altijd zo maar vanzelf in welke mate onze denkbeelden door de literatuur gevormd zijn, ook als we zelf niet lezen. Vandaag de dag is veel van ons spreken bepaald door wat we in de media van taalmiddelen opsteken. Die media produceren literatuur met beelden erbij. Daar kun je van beeldliteratuur spreken. Hoe dan ook is een corpus van kennis, dat op elk ogenblik van de dag raadpleegbaar is, en dat ons helpt onze weg te vinden zinvol, als we maar weten hoe we moeten zoeken.

Het aanbod is zo overvloedig dat we wel eens op drift raken en meegesleept worden door zaken die bij nader inzien niet zo zuiver op de graat zijn. Daarom dat ik toch steeds een richtsnoer volg, op basis van de literatuur zeg maar van Jezus, over Mohamed tot Voltaire en Darwin. Doe daar nog een lap geschiedenis van de twintigste eeuw bij en een rijtje titels over de mystiek door de eeuwen heen, in verschillende culturen. Op een of andere manier vormt dat een kompas.

Post scriptum: Isis en Osiris

De hereniging van het lichaam

Naar aanleiding van ons verhaal over Antinoüs die weleens als Osiris afgebeeld wordt, brengt Gino Asselman de mythe van deze antieke Egyptische God in herinnering. Ooit was hij een geliefde koning in een ver verleden, die laffelijk vermoord wordt. Zijn lichaam wordt in veertien stukken over de Nijl verspreid, op last van zijn broer en zwager Seth die de op die manier een staatsgreep pleegt en zelf op de troon gaat zitten.

De rouwende zus en echtgenote van Osiris, de bevallige Isis, zoekt nauwgezet al die stukken van dat lichaam weer samen om hem zo weer in elkaar te puzzelen. Volgens de versie van Gino zou ze alles teruggevonden hebben, behalve de penis. Het was echter een vrouw die nergens voor terugdeinsde om haar doel te bereiken.

Ze vervaardigde een dildo en plaatste die op het samengestelde lijk, dat ze met toverkrachten nog een moment tot leven te brengen. Zelf nam ze vervolgens de gestalte van een valk aan en paarde aldus, dankzij kunst en vliegwerk, met de aflijvige, dit alles met de uitdrukkelijke bedoeling voor nageslacht te zorgen.

Hieruit is Horus geboren, die zelf vervolgens ook een belangrijke plaats in het Egyptische pantheon inneemt. “Vind je ’t gek?”, vraagt Gino, dat de zoon na zo een procedé een vogelkop heeft? Hij wordt immers steevast afgebeeld met de kop van een valk. In de oorspronkelijke mythe zal Horus terugkeren, Seth verslaan en straffen en de macht weer overnemen.

Dit was een stichtingsmythe in het oude Egypte, lang voor onze tijdrekening, toen er nog van geen christendom sprake was. Horus werd de god van de koningen, van de hemel en van de zon. Zo heb je ook in het verhaal zo een moment dat de baby Horus door zijn moeder in een mandje wordt gezet dat ze de Nijl laat afvaren in de hoop dat goede mensen zich over de baby zullen ontfermen.

Dat doet meteen sterk aan de mythe van Mozes denken uit het Oude Testament, waar ook een baby in een mandje op de Nijl wordt aangetroffen. We mogen aannemen dat er zo nog wel meer invloeden te vinden zijn van het oude Egypte op de Heilige Schrift die wij vandaag kennen. Tot en met de geboorte van een Heiland. De vrouwelijke vruchtbaarheid overwint de dood.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen