In Canada, Frankrijk, Hongarije, Israël, Litouwen, Nieuw-Zeeland, Oostenrijk, Polen, Slowakije, Zuid-Afrika en Zwitserland is Holocaustontkenning expliciet strafbaar. Ook in Duitsland en Oostenrijk wordt het misdrijf vervolgd, zij het niet onder een wet die dat met zoveel woorden stelt. Het Duits Grondwettelijk Hof meent dat inperking van de vrije meningsuiting alleen kan op grond van algemene wetten die voor iedereen gelden, maar niet op een groep of sector gericht.
Toch geldt een uitdrukkelijke uitzondering voor wetgeving die nazipropaganda verbiedt, met betrekking tot de periode van geweld en willekeur tussen 1933 en 1945. Dat mag en moet de overheid verbieden en vervolgen. Het Hof beroept zich op de identiteitsvormende betekenis van de Duitse geschiedenis. Vrij vertaald en beknopt uit de Duitse Wikipedia voor u samengevat.
Een EU-richtlijn uit 2007 stelt het strafbaar in het openbaar tot geweld en haat op te hitsen op grond van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming, nationaliteit of etniciteit. In België zijn “racistische uitlatingen of publicaties strafbaar ook wanneer ze via het internet verspreid worden. Hetzelfde geldt voor het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de Holocaust.”
Letterlijk luidens de website van de Federale OverheidsDienst Justitie. Ik wil daarmee maar zeggen dat het om een uitzondering op de vrije meningsuiting gaat, die we met zijn allen afgesproken hebben. In Aalst moet het wel kunnen blijkbaar. Of er wordt toch een grens opgezocht. Vorig jaar is die duidelijk overschreden met de violette schandkar die de opschudding verwekte.
Dat is onderzocht. Er is een rapport van gemaakt, en er is toen niemand vervolgd. Daar leg ik me bij neer. Dit jaar toont geen beterschap, maar ook geen escalatie. Excuses zijn er nooit geweest, wel stoere uitspraken. Ik kan best begrijpen dat de Aalstenaars opkomen voor de vrijheid van het carnaval, dat hier zowat een volksgodsdienst is. De hele stad staat overeind en dat mag allemaal. Lachen, gieren, brullen, dijenkletsen en schuddebuiken om strijd.
“We moeten toch met alles kunnen lachen,” zeggen ze. Nu ja, maar wel met een hoge uitzondering. Er bestaan weinig onderwerpen waar niemand moet mee lachen. Daarvan is de Shoah wellicht de enige die door de wetgeving uitdrukkelijk wordt erkend. Daar ligt een ultieme grens die niemand moet overschrijden.
Recente bijdragen
Natuurwet – Inleiding
Het idee dat de natuur zich gedraagt volgens vastliggende wetten, bestond al vóór de vijfde eeuw voor Christus. We moeten daarvoor terug naar de […]
Geef een reactie