Spring naar de inhoud

Bloed

Bloed

Alsem_Bloed_afbeelding van jezus

Peter: Bloed 1

Adriaan voortaan

Vertaald sonnet

Het bloed hebt gij van Christus schaamteloos verraden,

Gij roofconclaaf, gij die het fraaie Vaticaan

Aan norse willekeur zo mak hebt afgestaan.

Verbitterd zal de spijt uw hartenklop beladen.

Onware wereld, eeuw van waan waarin wij waden,

Die mís leidt elke hoop dat wij in vrede gaan.

Latijnse kracht door Duits bevel geknecht voortaan.

De buitenlandse overheersing zal ons schaden.

Zo lang er geen Romein bereid is tot de eed,

Om in ons aller naam de schand in bloed te drenken,

Doet onrecht ieder die met Petrus drinkt of eet!

Wie kan gelijke wandaad oud of nieuw bedenken?

Wie zegt dat hij antiek, modern zo’n voorbeeld weet?

Waarom zou nog de zon de aarde warmte schenken?

Inleiding

Terugblik

Dit sonnet is al oud. Het prijkt in onze roman ‘Molinos, De laatste ketter’. Daarom kan het formeel geen inzending voor de Myriaderonde zijn. Toch is het een goede opener van dit commentaar, die al meteen verwijst naar een aantal kenmerken van het thema ‘bloed,’ een woord dat twee keer in het gedicht voorkomt. Eerst het Bloed van Christus, in die tijd met eerbiedige hoofdletters gespeld.

En dan het bloed drenken. De schand in bloed te delgen was beter geweest, maar drenken rijmt. Het is een vrije vertaling van een gedicht van Pasquino uit de zestiende eeuw. In het jaar Onzes Heren 1522, negen januari om precies te zijn, is daar een verrassende nieuwe Paus gekozen: Adriaan VI, geboren te Utrecht als Adriaan Floriszoon Boeyens (1459 – 1523).

Steile carrière: student en vervolgens professor aan de Leuvense universiteit en huisleraar bij het hertogelijk Hof in Mechelen, waar Margaretha van Oostenrijk (1480-1530), als landvoogdes de plak zwaaide. Een merkwaardige vrouw met grote diplomatieke gaven, die meespeelde op het Europese schaakbord van die tijd, en zowel de uitverkiezing van neefje Karel tot Duitse Keizer in 1519, alsook de uitroeping van Adriaan tot Paus in 1522 wist binnen te rijven.

Daardoor legde ze de West-Europese politiek in een heel andere plooi. Tussendoor was Karel door toedoen van het erfrecht ook nog eens koning van Spanje geworden. Het waren triomfantelijke jaren voor de Habsburgers. Karel nam Adriaan Florensz naar Spanje mee, om hem tot de opperste Grootinquisiteur van Spanje te benoemen, tot hij tot Paus werd uitgeroepen.

Hij hield het op de troon niet lang uit en stierf het jaar erop, vergiftigd naar kwatongen beweren. Vanaf dan bleef Adriaan VI vier en een halve eeuw lang de laatste niet-Italiaanse paus, tot Johannes Paulus II in 1978.

In Duitsland geldt hij als zevende Duitse paus omdat Utrecht destijds tot het Heilige Roomse Rijk behoorde. Nog voor hij in Rome was, had de nieuwe pontifex het aan de stok met de Romeinse hekeldichters, zoals blijkt uit het vertaalde gedicht van Pasquino, die hem ook als een Duitser beschouwt.

In het Italiaans klinkt het origineel zo:

Pasquino

1922

O del sangue di cristo traditore,

ladro collegio, che ‘l bel Vaticano

alla tedesca rabbai hai posto in mano

come per doglia no ti scoppia il cuore?

O mondo guasto, o secul pien d’errore,

o fallace speranza, o pensier vano,

caduto è a terra il gran nome romano

e dato in preda al barbero furore.

E se non è chi a vendicar si muova

Presto le nostre inurie a parte a parte

Iniusto è, Pietro, chi t’onora e cole

Qual pari indignitate o vecchia o nuova

Macchiò l’antique o le moderne carte?

A torto adunque oggi risplende il sole.

De Romeinse bevolking was ontzet over de keuze van de nieuwe paus, die ze niet kenden, omdat hij niet eens in Rome was toen hij ongewild aan het hoofd van de kerk kwam te staan. Hij talmde om te komen. Het is in dit klimaat dat we dit satirische gedicht moeten lezen. De dichter is tamelijk woedend en dat hebben we in het Nederlands proberen over te zetten.

Definitie

Maar goed, wat is nu bloed?

Het levenselixir bij uitstek! Als zelfstandig naamwoord is bloed volgens de Duitse Duden: “een rode vloeistof die de stofwisseling dient en in het lichaam van mensen en veel dieren circuleert.” Kortom de rode vloeistof die het hart in de bloedsomloop rond stuwt. Alle gewervelde dieren hebben zo een bloedsomloop, een stelsel van buizen en buisjes waarin het rode vocht onafgebroken op reis is in een gesloten circuit.

Het bloed kan niet zonder het hart, dat de omloop in voortdurende beweging houdt. Het hart kan niet zonder het bloed dat de spierwerking van zuurstof voorziet. Het hart en het bloed zijn op elkaar aangewezen en als een van beide faalt is het afgelopen. Dan gaan we onherroepelijk dood. Samen met de ademhaling vormt de bloedsomloop de voorwaarde van het intelligente leven.

Bloed is een vloeibaar orgaan dat cellen bevat, die allerlei functies vervullen. Je mag dus zeggen dat het leeft, want het is metabool actief en het verplaatst zich. Het kan afgenomen en ontleed worden. Bovendien kan bloed mits inachtneming van een aantal spelregels van de ene aan de andere persoon toegediend worden, met eventueel zelfs dagen of weken daartussen. Het behoudt daarbij zijn levenskracht.

Dat kan levensreddend zijn bijvoorbeeld in het geval van verkeersslachtoffers of moeilijke chirurgie. Dat komt door het uitzonderlijke vermogen gassen te kunnen vervoeren. Door zijn bijzondere samenstelling kan bloed zuurstof opnemen en afgeven, in ruil voor koolstofdioxide. De cellen in ons lichaam en op de eerste plaats de hersencellen zijn afhankelijk van dit vermogen O2 aan te brengen en CO2 af te voeren.

Dat is iets wat doorlopend en zonder onderbreking dient te gebeuren, en het speelt zich in ons lichaam af zonder dat we ons daar rekenschap van geven. We kunnen niet zonder ons bloed en daarom mag het niet verloren gaan. Als er een bloeding voorkomt, moet die gestopt worden.

We hebben nog een gedicht omtrent bloed in de scheurkalender gevonden.

Ongestelde vragen

Wat is dat toch voor een afgrijselijk schroeien?

Wat is dat toch voor een verterende gloed,

Die daar wild tekeergaat in ’t smeulende bloed?

Wat is dat voor brand die niet ophoudt te gloeien?

Wat voor een gezwel is in d’aders aan ’t broeien?

Wat is dat vermaledijd addergebroed,

Dat krioelt en kronkelt en zich te goed doet,

Dat wemelt en steeds meer in aantal wil groeien?

Wat zijn dat voor vurige vonken en vlammen?

Wat kan dat toch voor een gewaarwording zijn?

Dat schrille, dat schrale, dat schrijnen en schrammen,

Aroma van alsem en braaknootazijn.

’t Verterende zuur dat mijn hart zal verlammen,

Op zoek naar een niet genoemd rijmwoord op –ijn.

Versterkend

Vitaal

De Oude Grieken wisten al dat het leven het lichaam verlaat wanneer het uitbloedt. Dat bloed de onontbeerlijke transportband van het menselijke en dierlijke leven is, kon hen niet ontgaan. Bloed dient onzichtbaar te blijven en het mag niet verloren gaan. Uitgestort of stilstaand bloed stolt, en dat is een levensbelangrijk overlevingsmechanisme in de evolutie van de zoogdieren.

Bloed is als zelfstandig naamwoord onzijdig en uitsluitend enkelvoud. Het kent bijgevolg geen meervoud. Er is niet zoiets als twee of meerdere bloeden. Bloed in al zijn vloeibaarheid is een en onverdeeld. Twee harten of vier magen hebben, dat kan in het dierenrijk, maar je hebt maar een bloed.

Bloed- als prefix drukt een versterking uit zoals in een bloedhekel. Zowat de sterkste hekel die je kunt hebben. Het kan ook een bijvoeglijk naamwoord aanzwengelen zoals in bloedjong, bloedgeil, bloednaakt of bloedmooi. Andere woorden die met bloed beginnen zijn redelijk heftig: bloeddorstig, bloedstollend, bloedbad.

Anderzijds is bloed ook iets wat in ons zit en dat ons leven bepaalt. We dienen allemaal onze bloeddruk en onze bloedvetwaarde in het oog te houden. Bij bepaalde aandoeningen dien je je bloed regelmatig te laten controleren. Veel woorden met bloed behoren tot het domein van de geneeskunde. Te veel om op te noemen.

Bloedschande of incest is een eeuwenoud taboe dat vandaag ter discussie staat. In overdrachtelijke zin betekent bloed onder meer ook afstamming. Van hetzelfde bloed zijn vormt de hoogste graad van verwantschap. ‘Van koninklijken bloede zijn’, of ‘blauw bloed hebben’ zijn bekende uitdrukkingen, waaruit blijkt dat het bloed de drager is van het behoren tot de familieclan.

Mensen die niet van hetzelfde bloed zijn kunnen desondanks met elkaar een bloedbroederschap aangaan door hun bloed op een of andere manier te vermengen. Dat kom je wel eens tegen in de romantische literatuur. Denk maar aan Winnetou en Old Shatterhand, de figuren van Karl May. Toen ik lang geleden een puber was, dweepte ik daarmee. Ik kijk daar nu blozend naar terug.

De bloedband die daar tussen twee mannen ontstaat. Daar stelde ik me destijds heel wat van voor. Een voor allen en allen voor een, om met de drie musketiers te spreken.

Onrein

Verwant

Om maar te zeggen dat het woord ‘bloed’ sinds het ochtendgloren van de beschaving diepe emoties oproept. Het is dan ook niet zo vreemd dat zowat iedere cultuur allerlei magische eigenschappen aan het woord bloed toegedicht. Dat blijkt ook in de Gewijde Geschiedenis. Een tastbaar gevolg ervan is bijvoorbeeld dat joden en moslims het nuttigen van bloed als verwerpelijk ervaren.

Bloed is voor hen onrein als voedsel, wellicht oorspronkelijk omdat het zo snel bederft na het slachten, en dat een karkas dat met bloed besmeurd is sneller gaat ruiken. Intussen is de hygiëne er met reuzenschreden op vooruit gegaan. Die weerzin is minder sterk bij de christenen, die wel bloedproducten mogen verorberen, bijvoorbeeld onder de vorm van bloedworst.

Dat is een zwarte worst van varkensvlees, stukjes spek en het bloed van het slachtdier. Black pudding in Engeland. Heerlijk met veenbessen en rode kool. Joden en moslims walgen ervan en vinden dat dubbel onrein, want er zit niet alleen varken, maar ook bloed in. Meer dan de christenen zijn ze gehecht aan de oude voedselwetten uit wetboeken van Mozes.

Sinds vele duizenden jaren gaat de mensheid met dieren om en die moeten weleens geslacht worden. Bloed vergieten, zelfs als het van dieren is, doe je niet zomaar. Het slachten verloopt dan ook volgens bepaalde rituelen, die traditioneel onder meer respect voor het slachtoffer vertolken.

Dat zie je overal, dat er toch een vorm van ontzag dient te zijn tussen de slager en het slachtoffer. Daarom wordt er ook een gebed uitgesproken vooraleer het dier de keel over te snijden. De slacht is nu eenmaal een vorm van geweld. Dit gaat niet zonder bloedvergieten, zeker als de oude wet voorschrijft dat dieren die worden geslacht om gegeten te worden, leeg moeten bloeden. Er wordt een grens overschreden, en dat vereist een kader.

De Heilige Schrift, of het nu de Talmoed is, de Bijbel of de Koran, kent aan het slachtoffergebeuren een centrale plaats toe. We zien dat in een verhaal, dat iedereen wel op een of andere manier kent: de geplande offermoord van Isaac door zijn vader Abraham. Een smerig plan dat door God zelf wordt verijdeld. De moslims lezen Ismaël in plaats van Isaac, maar dat maakt niet uit.

Tragiek

Het offer

Offers brengen: het is een uitdrukking vol weergalm. Abraham had twee zonen van verschillende vrouwen: Sarah en Hajar, die elkaar dan ook niet uit konden staan. Het zou ons te ver voeren, dat uit te diepen, maar daar is de kloof tussen Joden en Arabieren ontstaan, die tot vandaag voortduurt.

Hoe dan ook, het verijdelde offer van Isaac/Ismaël is een moment in de gewijde geschiedenis dat de mensheid afscheid neemt van het brengen van rituele mensenoffers. Nu blijkt dat God Zelf de hand met het mes erin tegenhield, vindt Abraham volgens de bijbel een wilde ram die in een doornstruik vastgeraakt was. Een toevallige maar welkome vondst die hij in de plaats van zijn zoon zal offeren, braden en opeten.

In plaats van de knaap wordt het dier geofferd, dat is het hele eiereneten van dit Bijbelse verhaal. Het bloed van het lam vervult voortaan een symboolfunctie van reiniging en verlossing, die we weer tegenkomen in de tijd van Mozes, op het einde van de ballingschap in Egypte, wanneer de Joodse families een lam slachten en de deurposten van het huis met bloed insmeren, om aan te geven dat ze tot het uitverkoren volk behoren.

Daar hebben ze goed aan gedaan. Overal elders in het vermaledijde koninkrijk sterven de eerstgeborenen van ouders die niet hebben geslacht, door toedoen van een wurgengel die het pand betreedt en de kinderen verstikt. Dat was groot nieuws in die tijd. Dat is de grondslag van het paasfeest en de vooraankondiging van Jezus Christus, die als Paaslam de geschiedenis is ingegaan.

Het komt er allemaal op neer dat het bloed van Christus niet zomaar is vergoten, maar in een literaire traditie staat, waar bloedvergieten nooit zonder betekenis is. In het selecte kransje van stichters van wereldgodsdiensten is Jezus wellicht de bloedigste figuur van allemaal, gezien zijn gruwelijke levenseinde, dat uniek is. Al wat hij gezegd en gedaan heeft is in het rode licht van het vergoten Heilandbloed te bekijken.

Het blijft toch een inspirerende figuur. We kennen van hem niet alleen zijn woorden die hij tot ons heeft gesproken, maar ook zijn weerzinwekkend levenseinde waar het bloed van afdruipt. We hebben daar nog een sonnet over gevonden.

De nacht van het verstand

Apostelen die morren en die mompelen.

De nacht van Jezus in de boomgaard van Olijven:

Een nekkramp doet de aders in zijn kaak verstijven.

En alle levenstekens in het veld verschrompelen.

Judas staat klaar om Hem te overrompelen,

Mag bitterbeker aan Zijn lippen niet beklijven,

Dan zal zijn dierbaar bloed de mensenschuld afschrijven.

Eerst moet hij nog de Schedelberg opstrompelen,

Weer klinkt een krijsgeluid, metaal en scharensliep,

Als tandartsboren die bederf van tanden wrijven,

Met noodkreet die verstomt in het ontluisterd diep.

De slijpschijf van het woord slijt kiesivoor in schijven.

Van Vader die Zijn Zoon niet als een schepsel schiep,

Uit Hem geboren zonder liefde te bedrijven.

Offer

Vrijgekocht

Het christendom heeft onze westerse cultuurgeschiedenis gevormd en geschraagd en mee onze taal bepaald. De term ‘bloed van Christus’ komt meerdere malen in het Nieuwe Testament voor, en vat de offerdood, zeg maar het zoenoffer van Jezus, samen. De christelijke iconografie staat bol van crucifixen en christussen op de koude stenen.

Het bloederige tafereel vormt de waarborg voor de verzoening, die erin bestaat dat wij zondaars, die gebukt gaan onder de erfzonde, vooraan op het eeuwig leven mogen hopen, en dit dankzij het schandaal van het kruis om met Paulus van Tarsus te spreken. De marteldood sterven, tot daaraan toe, maar gekruisigd sterven was in die tijd een grote schande.

We kunnen daar niet meer bij vandaag in onze verwende westerse samenleving, dat zo een foltering ooit bestaan heeft, maar zelfs in die tijd was kruisiging uitzonderlijk. De afgrijselijke straf bleef voorbehouden voor rebellen en opstandelingen die de gevestigde orde in gevaar brachten, zoals in het geval van de slaven die aan de Spartacus-opstand deelnamen.

Kruisiging was een straf met een afschrikkende voorbeeldfunctie, die in het openbaar voltrokken werd, zodat iedereen het kon zien. Paulus meent dat het verhaal van Jezus aan de Joden niet uit te leggen is. De prediking wekt schandaal.  Hoe zouden zij zich de Messias kunnen voorstellen als iemand die in het openbaar vernederd werd, daar waar ze een glorievolle Koning verwachtten die het onafhankelijke koninkrijk Israël zou herstellen?

Bij de niet-Joden, daarentegen, zou het klinken als pure waanzin. Voor Grieken en Romeinen vertolkte het kruis de zwakheid van de verliezer, daar waar hun godsbeeld er een was van een machtige en trotse persoonlijkheid die daadkrachtig heerst. Jezus Christus, in de visie van Paulus, draait dat beeld helemaal om.

Voor de christenen is het onmogelijk tot de verrijzenis te komen, als niet eerst de kruisdood heeft plaatsgevonden. Het bloed van Christus heeft het uitzonderlijke vermogen deze verzoeningskracht uit te strekken over een oneindige hoeveelheid zonden en zondaars door de eeuwen heen. Allen die vertrouwen op dat bloed zullen gered worden. “Volgens de wet wordt inderdaad vrijwel alles met bloed gereinigd, want als er geen bloed wordt uitgegoten, vindt er geen vergeving plaats.” (Hebreeën 9:22)

Testament

Reiniging

Dat is het vreemde. Bloed dat onrein is om te eten, bezit toch maar de kracht om iets te reinigen, namelijk de schuld van de erfzonde. De verzoeningskracht van dierenbloed was beperkt, en daarom moest het steeds weer opnieuw vergoten worden in de lezing van Paulus van Tarsus. “Elk jaar worden met dezelfde offers de zonden weer in herinnering geroepen. Bloed van stieren en bokken kan mensen onmogelijk van hun zonden bevrijden” (Hebreeën 10:3-4).

Het “kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus” (1 Petrus 1:19) betaalt de erfzondeschuld voor eens en altijd volledig af. Dat vergt een heilig en altijddurend offer dat de christenen nog altijd verderzetten. Lang nadat de mensheid ten tijde van Isaac afscheid heeft genomen van de mensenoffers, roept Jezus op nu ook de dierenoffers achter zich te laten.

Tijdens het laatste avondmaal, de dag voor de kruisdood, sprak Jezus de woorden: “Deze beker, die voor jullie wordt uitgegoten, is het nieuwe verbond dat door mijn bloed gesloten wordt.” (Lucas 22:20). Dat wordt in elke mis herdacht. Het offer zal voortaan bestaan uit wijn en brood in de eucharistie, die zich omvormen tot het bloed en het lichaam van de Verlosser.

Daar moeten geen dieren meer voor geslacht worden. Het zoenoffer is vegetarisch geworden. Het heilandbloed heeft dierlijk bloedvergieten afgelost en in principe overbodig gemaakt. Puike poging tot vredestichting, maar ook een grandioze illusie, want enkele eeuwen later zullen de christenen elkaar naar het leven staan, dan wel verenigd de heidenen de schedelpan verbrijzelen.

Toen Jezus stierf zei Hij: “Het is volbracht.” Het verlossingswerk was af, omdat Hij voor ons “een eeuwige verlossing verworven” heeft.  Zijn bloed zal “ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God” (Hebreeën 9:12-14).

Omdat het bloed van Christus ons verlost heeft, zijn we nieuwe scheppingen in Christus (2 Korintiërs 5:17).  Door Zijn bloed zijn wij van de zonde bevrijd, “zodat we de levende God voor altijd kunnen dienen en verheerlijken, en van Zijn aanwezigheid mogen genieten.”

We mogen besluiten met een vierde en laatste sonnet.

Het is er niet echt het seizoen voor

Het bloed van Christus is van schandpaal afgedropen,

Zijn hals gebogen, afgeknakt. Het hoofd hangt schuin.

Vermengd met zweet en tranen zijn de korsten bruin.

Door openbaring in geschiedenis geslopen,

Weerklinkt zijn galmecho van polen tot de tropen.

Een man met baard en snor en een geschoren kruin,

Geboren in kapotgeschoten schroot en puin:

Vandaag in Heilig Land weer uit het ei gekropen!

Daar lag een baby met een pas verbonden naveltje.

Ik denk wel eens aan hem. Hoe zou het met hem zijn?

Een huidje dun als clementinekaveltje?

Doe goed uw ogen open. Trap niet op een mijn!

Gesperd naar voedsel open staat het snaveltje.

De keuze gaat nu tussen oorlog of woestijn.

Peter: Bloed 2

 

Het bloed en het hart

Dubbelrondeau

Het bloed

Het bloed is nooit moe van het jachten en jagen,

En koolzuur en zuurstof alom rond te dragen

In eeuwige kringloop door ’t hart aangevuurd

Slagaders en aders het bos in gestuurd

Jaar in en jaar uit tijdens nachten en dagen.

Het hartritme van opeenvolgende slagen.

Dat altijd maar duurt zonder ooit te versagen

Tot het ooit eens lang genoeg heeft geduurd.

Het bloed

Gaat maar door zonder zich te beklagen.

Geen zeuren en ook geen gezanik of vragen,

Zolang het door geen wraakgevoel is verzuurd,

En zo het gemoed niet door wrok is geschuurd.

Niet altijd geschikt voor gevoelige magen:

Het bloed.

Het hart

Het hart gaat maar door en het kent geen acht uren.

Al heeft het zijn luimen en bokkige kuren,

Het is tot nu toe er steeds weer in geslaagd.

Het gaat immer door en het blijft onversaagd,

En het wil af en toe eens signalen uitsturen.

Er zijn maar twee kamers. Ze hebben geen muren.

Geen meubels, geen luster. Er zijn ook geen buren.

Dan trekt het weer samen. Het klinkt afgezaagd.

Het hart

Weleens heetgebakerd in dampende luren.

Wat heeft het zoal reeds niet moeten verduren?

In tijden van nooddruft vaak overbevraagd.

Geregeld door kloppingengalop geplaagd.

Het komt weer tot rust in de laatavonduren:

Het hart.

Bloed en bodem

Sonnet

God, leid ons naar geen smadelijke nederlagen!

We stellen vragen bij Uw doorluchtig bestuur.

Dat zie je wereldwijd in de literatuur:

Het algemene onbenoemde onbehagen.

Het is ieder voor zich! Dat begint nu te dagen.

Er schuilt geen diepe zin in ’t levensavontuur.

Je stuit daar telkens op een hardgranieten muur.

Zolang het hart maar doorgaat met verbeten slagen,

Het bloed op pad door bloedsomloop te sturen.

Hoeveel er ook gemord wordt en geklaagd.

Er zit ons uit de hoogte niemand te begluren,

En de gewetenswroeging heeft genoeg geknaagd.

We mogen nog zo veel omhoog trachten te turen,

De voeten door de vaste aardegrond geschraagd.

Hoop zit in ons bloed

Lief medemens, laten we niet meer strijden,

en beter nadenken over ons klunzige bestuur.

Laten we samenwerken zodat op den duur

een eind kan komen aan het nutteloze lijden.

 

Het is wij allen samen, dwars door alle lagen

want dit geeft zin aan ieder levensavontuur:

we breken alle muren af en op den duur

horen we slechts ons hart met opgewekte slagen

 

het bloed vol zuurstof door de aderen sturen,

ook als er wordt gemord of heel terecht geklaagd.

Er zit ons uit de hoogte niemand te begluren.

 

Laat je geweten spreken, door verstand geschraagd,

we zijn bestand tegen de heetste vuren:

strijd voor het goede tot het kwaad versaagt.

 

(JCC, 19 augustus 2018)


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen