Uitgedoofd
Waar kan ik nu mijn wrevelpijlen nog op richten?
Wie kan ik nog met vloek en anathema slaan?
De kandidaten mogen in de rij gaan staan.
Niet dringen, want we hebben volop bliksemschichten,
En dozen vol met flitsen en met onweerslichten;
Een onheilsboodschap en een woordenvloedorkaan,
En per persoon één enkel boeking naar de maan,
Zodat ik één per één nu praat met de betichten.
Gij boetedoener, nader en kom voor mij knielen.
Spreek op en zeg de waarheid, ontuchtbiechteling!
Zoniet ben ik gedwongen oorlogprojectielen –
O laat nu varen al uw trots, ellendeling! –
Naar u te gooien om uw zielsrust te vernielen.
Dus zeg ons nu:Wat deed gij toen het licht uitging?
Geef een reactie