Hemelvorstin
Wij vrouwen staan klaar om haar offers te brengen.
We bakken beeldkoeken voor de koningin
Des hemels. Daar gaat wel heel veel honing in.
In veerlicht gewaad met losse haarstrengen.
Gaan wij voor haar altaar de geuroffers plengen,
Zo komt er geen kwelling de leefwoning in.
En houdt haar genade ook verschoning in
Nardus met wierook en met mirre vermengen,
In duistere kring in de ronde gaan staan,
En we barsten los in een donker gezang.
Ons richtsnoer gespannen op boog van de maan,
Geen dadendrang kent zij, geen enkele dwang.
Zo volgen wij haar onnavolgbare baan.
We horen geen mannen, gaan vrij onze gang.
Recente bijdragen
Natuurwet – Inleiding
Het idee dat de natuur zich gedraagt volgens vastliggende wetten, bestond al vóór de vijfde eeuw voor Christus. We moeten daarvoor terug naar de […]
Het natuurreservaat van Bandia
Het ligt op een halfuur rijden van ons huis in Somone, bij Saly Portudal in Senegal, een gemakkelijke rit over asfalt. Het reservaat zelf kan je […]
Geef een reactie