Spring naar de inhoud

Adem

Adem

Ter gelegenheid van deze mooie Pinksterdag wil ik jullie dit rondeau niet onthouden:

Adem te kort

 

Naar adem snak ik ongeacht,

Of jij me toe- of tegenlacht

Een twinkeling in ieder oog,

De iris van de regenboog,

Met glinsterende stralenpracht,

 

In flonkerende wondermacht,

Die ogenblik van vreugde bracht

Zodat ik half in mijn betoog

Naar adem snak.

 

Heb ik hier dan niet naar getracht?

Is dat dan niet waar ik op wacht?

Je glimlach die me tegen vloog

Tot einde van mijn monoloog.

Nu ik eraan terug gedacht,

naar adem snak.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Recente bijdragen

A-priori

Het succes van ons gedicht zal ervan afhangen of het toespreken ook een aanspreken wordt. Voel je je als lezer aangesproken door het gebodene? Daaruit volgt de vraag voor de maker…