Ter gelegenheid van deze mooie Pinksterdag wil ik jullie dit rondeau niet onthouden:
Adem te kort
Naar adem snak ik ongeacht,
Of jij me toe- of tegenlacht
Een twinkeling in ieder oog,
De iris van de regenboog,
Met glinsterende stralenpracht,
In flonkerende wondermacht,
Die ogenblik van vreugde bracht
Zodat ik half in mijn betoog
Naar adem snak.
Heb ik hier dan niet naar getracht?
Is dat dan niet waar ik op wacht?
Je glimlach die me tegen vloog
Tot einde van mijn monoloog.
Nu ik eraan terug gedacht,
naar adem snak.
Geef een reactie