Het noodlot slaat toe. Louisette krijgt MS, een ongeneeslijke ziekte. Ze verblijft enige tijd in een revalidatie-oord, waar ze zeer ongelukkig is. We lezen een fragment uit een van haar brieven aan haar jonge gezinnetje…
“…De namiddag is uiterst aangenaam voorbijgegaan. We zijn naar ’t strand geweest en hebben in een zetel gelegen. Een frisco gegeten en de foto’s afgehaald. In ’t weerkomen was ik wel een beetje moe, maar enfin, ’t betert toch goed.
Ik ga vroeg slapen. ’t Is te hopen dat ik niet te vlug in slaap val. Al de mooie dingen van deze morgen ga ik nog eens overdenken. Je zijt toch zo’n echte goeie man voor me. Ik zal echt mijn best doen om weer helemaal beter te worden en dan wordt alles goed.
Een duiveltje was weer bezig deze namiddag, om morgen een trein te nemen en naar Liedekerke te komen. Ik zou alles hier gelaten hebben en teruggekomen zijn zaterdag. Maar ik ga het niet doen. Ik ga niets doen, waardoor ik jou ontstem.
Ik belde daarjuist op naar mijn moeder en ze was zo content, omdat alles goed gaat.
Mijne jongen ik weet eigenlijk niet veel te zeggen. Je weet immers alles al. Ik ben je enigste beste vrouwtje en ik hou zoveel van jou.
Ik verlang naar mijn beide kindjes en ik denk voortdurend aan jou…”
Recente bijdragen
Natuurwet – Inleiding
Het idee dat de natuur zich gedraagt volgens vastliggende wetten, bestond al vóór de vijfde eeuw voor Christus. We moeten daarvoor terug naar de […]
Geef een reactie