Fatale immuundeficiëntie bij homo’s
Op 10 december 1981 publiceerde het New England Journal of Medicine – een van de meest vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften – drie historische onderzoeksartikelen en een redactionele bespreking over een nieuw ziektebeeld dat in Amerika was opgedoken. De publicaties probeerden een beeld van de fatale immuundeficiëntie, die slechts een half jaar eerder was vastgesteld, beter te schetsen.
Niet veel later, nog voor de jaarwisseling, meldde de BBC dat deze aandoening was geïdentificeerd bij 180 Amerikanen, waarvan er 75 reeds waren overleden. Opmerkelijk: vrijwel alle slachtoffers waren homoseksuele mannen.
New England Journal of Medicine
Door een bijzonder toeval bevond ik me ergens in december 1981 in de biomedische bibliotheek van de Katholieke Universiteit Leuven. Deze bibliotheek van de faculteit geneeskunde huisvestte duizenden wetenschappelijke tijdschriften die wekelijks werden geleverd en netjes waren ingedeeld per vakgebied.
Ik zat in mijn laatste jaar van mijn artsenopleiding en was op dat moment op zoek naar een artikel in een New England Journal of Medicine. Tijdens mijn zoektocht stuitte ik op twee artikelen over pneumocystis carinii en een ander artikel over immuunstoornissen bij mannen, met name binnen de homogemeenschap.
De artikels trokken mijn aandacht. Ze gingen over een mysterieuze ziekte die in Amerika was opgedoken, waarbij de patiënten te maken kregen met een algemene immunodeficiëntie. Ik had meteen het gevoel dat dit iets belangrijks zou kunnen worden, en las verder.
Hoe meer ik las, hoe bedreigender het nieuws overkwam: wanneer je besmet raakte en ziek werd, was de toekomst allesbehalve rooskleurig – patiënten ontwikkelden sarcomen, de immuniteit ging erop achteruit en uiteindelijk stierven ze op korte termijn, aan een infectie zoals een longontsteking met longparasiet neumocystis.
Veroorzaakten poppers de nieuwe ziekte?
De eerste auteurs die schreven over het ziektebeeld hadden het idee dat de ziekte mogelijk werd veroorzaakt door het gebruik van poppers (zie o.a. Rasnick, 2003). In de bruisende jaren zeventig en tachtig waren feestclubs en disco’s enorm in trek. Veel mensen, waaronder ook homo’s, zochten in deze omgevingen een uitlaatklep en een mogelijkheid om hun identiteit te uiten. Vaak ging dit gepaard met het gebruik van alcohol en drugs. Poppers waren destijds een erg populaire drug, die veelvuldig werd verhandeld vanwege het euforische gevoel dat bij inname teweeggebracht werd, en vanwege de (indirecte) stimulatie van seksuele roes en losbandigheid.
Nu waren het natuurlijk niet die poppers die aids per se in de hand werkten. Het werd al snel duidelijk dat de mysterieuze ziekte een soa was die je kon oplopen na besmetting met een virus dat zich via bloed of seksueel contact verspreidde.
Mijn reality check
Toen ik erover aan het lezen was in dat tijdschrift, moest ik even slikken: ik was nog niet zo lang terug van mijn stage in Congo en aan het herstellen van een hepatitis B-besmetting die ik daar had opgelopen. Het schoot me toen te binnen dat het hiv-virus misschien erg dicht bij mij was geweest. Ik had in de ziekenhuizen ginder zwangere vrouwen begeleid en kwam verschillende keren in contact met bloed. Het is zelfs een keertje in m’n ogen gekomen! Ik besefte dat ik erg veel geluk had gehad. Voor hetzelfde geld was ik via bloedcontact ook besmet geraakt met hiv.
Na mijn opluchting kwam er toch ook wel een soort van reality check: ik mocht zelf dan wel door het oog van de naald gekropen zijn, er stond me als nog een uitdagende toekomst te wachten: ik was zelf net uit de kast gekomen, was van plan om als jonge arts een praktijk op te starten en wist dat ik mijn evenbeeld in de spreekkamer ging krijgen. Jonge, intellectuele mensen die besmet waren geraakt met het virus dat niemand zou sparen. Ik was onzeker toen, dat zal ik niet ontkennen.
Verteld door Peter Van Breusegem. Geschreven door Hanna Brems.
Bronnen en nuttige links
Rasnick, D. (n.d.). The chemical bases of the various AIDS epidemics: recreational drugs, anti-viral chemotherapy and malnutrition. PubMed. Geraadpleegd op 26 november 2023 via https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/12799487/
Gottlieb, M. S., Schroff, R., Schanker, H. M., Weisman, J. D., Fan, P. T., Wolf, R. A., & Saxon, A. (1981). Pneumocystis carinii Pneumonia and Mucosal Candidiasis in Previously Healthy Homosexual Men — Evidence of a New Acquired Cellular Immunodeficiency. The New England Journal of Medicine, 305(24), 1425–1431. Geraadpleegd op 26 november 2023 via: https://www.nejm.org/doi/pdf/10.1056/NEJM198112103052401 (zie ook foto cover).
Artikel vrt nws (november 2019): Van dodelijke “homokanker” tot chronische aandoening: hoe aids evolueerde, maar ons beeld erover is blijven stilstaan. Geraadpleegd op 9 december 2023 via https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2019/11/29/wereldaidsdag-evolutie-van-dodelijke-ziekte-tot-chronische-aand/
Recente bijdragen
Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1
Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste praktijk. Een beetje onvoorbereid vangt hij de eerste aidspatiënten op. Ondanks het feit dat hij nog niet zo veel ervaring heeft, doet Peter zijn best hen zo goed mogelijk te begeleiden, ook op psychologisch vlak.
Geef een reactie