Schoonmaak
Voorgelezen door Dina Sonck
Zijn schoonmaakwoede valt niet te beschrijven:
Hij gaat te keer in alle kamers, elk vertrek;
Gaat twee keer over iedere verdachte plek.
Hij zit te boenen en te schrobben en te wrijven,
Om elke vorm van vuil te bannen en verdrijven;
En alles wat ontsiert, want niet de minste vlek
Ontsnapt zijn aandacht, en geen middel is te gek,
Om af te komen van de vlekken die beklijven.
Zo gaat hij voort met schuren en met schrobben,
Met ragebol, de bezem en een waterlans.
Weg met de spinragslierten en de webbenkobben!
Het ongedierte krijgt niet de geringste kans.
En als hij dan gedaan heeft met zich af te tobben,
Geniet hij van de frisse geur en schoonheidsglans.
Geef een reactie