Nevel en regen
Voorgelezen door Dina Sonck
Naar Baudelaire
O herfstig einde! Winters, lentes, moddervlagen!
De geeuw van jaargetijde. Lof en dank de dagen,
Die mij omsluieren van hart tot hersenbrein,
Met lijkwade van wasemdamp en zerkgordijn.
Een kaal gebied waar koud de strakke winden ragen,
Die lange nachten waaien en de draaischouw plagen.
Mijn ziel, aan beterhand na lauw vernieuwd te zijn,
Klapwiekend als een raaf in flauwe avondschijn.
Wat is er zoeter voor een hart vol rouwbeklag,
Waar kille neerslag sinds zo lang op neder slaat,
Grafbleke jaargetijde, O vorstin klimaat!
Dan ‘t eeuwigdurend afzien van uw schemerdag?
Als niet op een maanloze avond twee aan twee,
De pijn zich neervlijt in onechtelijke stee.
Recente bijdragen
Links, rechts, averechts
Jij schreef omtrent wie straks de volkseenheid gaat leiden, en reageerde koeltjes op mijn pennenvrucht. Een rechtse voorstander van orde en van […]