
Biecht
Voorgelezen door Dina Sonck
Ik kniel en ik beken, mijn biechtvader, eerwaarde
Te veel hield ik van prikkelende woordenroes
Extase met vervoering, en geroezemoes,
dat ‘t nutteloze aan ‘t onaangename paarde
Tot Jezus Christus me eens goed in d’ogen staarde
En sprak: het moet nu uit zijn met de flauwe smoes
Hij klapte in zijn handen en plotsklaps pardoes
Lag ik op madeliefjes en de aangestampte aarde
Vergeef mij, Vader, mag ik bidden. ‘k Kus uw mouw
Dat uw manipel mij uit hellepoel mag heffen
Uw stola, of ik vraag het Onze Lieve Vrouw.
Al moet ik tot mijn schande al mijn schuld beseffen
Ik worstel met mijn spijt in tranen van berouw
En zal mezelf in boetedoening overtreffen.
Een reactie op “Biecht”
Recente bijdragen
Voet aan wal
Voet aan wal VoetafdrukIt happened one day, about noon going towards my boat, I was exceedingly surprised with theprint of a man’s naked foot on […]
Contrareformatie herleeft
Soms denk ik dat ik in een wormgat ben beland
dat mij naar 1558 heeft gezapt,
dan flitst een rode lamp met TILT in mijn verstand,
nu er van biecht, manipel, stola wordt gerept
en aan een Heer zowaar vergiffenis gevraagd.
Wat is dit? Zie ik tekenen van zelfcensuur?
Je was nog maar heel kort geleden onversaagd.
Wat maakte je opeens zo hevig overstuur?
Ik weet: er is alom een backlash aan de gang,
een orthodoxe gure contra-reformatie,
de christelijke inquisitie komt op gang,
vrijzinnigheid staat onder druk, is uit de gratie.
Maar gij, gij vrije geest gaat nu te biecht? Ik sidder!
Ik zie in u een terugval naar een godsaanbidder!