Op 20 januari 2000 heeft de huidige vicepremier in de Belgische senaat een parlementaire vraag gesteld, waar ik een hand in had. Het verslag is nog steeds te vinden op de website van de senaat. De minister van Volksgezondheid, waaronder de provinciale geneeskundige commissies ressorteren, was toen Agalev (nu Groen!) minister Magda Aelvoet (1944). Graag wil ik hier een lang stuk, gesplitst in alinea’s, citeren uit het betoog van Vincent Van Quickenborne, want het is openbaar bezit:
“Het is een raadsel hoe de Nederlandstalige Provinciale Geneeskundige Commissie van Brabant op eigen houtje, zonder enig politiek debat en zonder slag of stoot vanwege artsen- en patiëntenverenigingen, erin slaagt een registratieformulier goed te keuren en op te leggen dat Vlaamse artsen ertoe dwingt de identiteit van behandelde drugsverslaafden systematisch bekend te maken aan een staatsorgaan.”
“Een aantal artsen worstelen met gewetensvragen als zij elke behandelde drugsverslaafde moeten vragen een document te ondertekenen, waarmee de gebruiker zich als dusdanig aan de overheid bekendmaakt, terwijl de overheid het drugsgebruik vogelvrij heeft verklaard, in de betekenis van verboden en uitgesloten. Het is mogelijk dat een aantal van deze patiënten het aan de stok heeft met andere instanties van de overheid en dan ligt machtsmisbruik voor de hand. Het grootste bezwaar tegen deze praktijk is evenwel de eventuele inbreuk op de rechten van behandelde patiënten.”
Het kernpunt van zijn betoog is: “Onduidelijkheid is troef. Het is niet bekend hoe en op welke wijze de commissie de inkomende gegevens zal behandelen en gebruiken.” Of nog: “Al evenmin is duidelijk wie drugsgebruiker is en wie niet. Gaat het om gebruikers of verslaafden, om een onderhoudsbehandeling of om afkicken? Waar ligt de grens tussen beide? Welk soort behandeling moet worden gemeld, vanaf welke dosering en na hoeveel tijd?”
De minister moest ootmoedig toegeven dat er geen wettelijke basis was voor het gezamenlijke initiatief van de PGC en de Orde van Brussel (Nl) en Vlaams-Brabant. Om Magda Aelvoet zelf te citeren: “Uit dit alles concludeer ik dus dat de Provinciale Geneeskundige Commissie haar bevoegdheid overschrijdt als ze reglementerende omzendbrieven rondstuurt. Vandaag is enkel de registratie van voorschriften voor verdovende middelen door de Farmaceutische Inspectie in overeenstemming met de wet.”
Recente bijdragen
Nieuwsbrief november 2024
November 2024 Hieronder kan u de medische nieuwsbrief van Peter van Breusegem gratis downloaden. Nieuwsbrief november – NL Téléchargez […]
Aidspatiënten van Dr. Peter van Breusegem – deel 1
Het verhaal van Hubert en zijn vrouw. In de jaren tachtig, middenin de aidsepidemie, begint Dr. Peter van Breusegem als jonge huisarts in zijn eerste […]
1987 – Oprichting van The Foundation
Sensibilisering rond hiv en aids Midden jaren tachtig. In Vlaanderen heeft de Katholieke Kerk nog steeds de touwtjes in handen. Conservatief en […]
Geef een reactie