Kantelpunt
Je zult altijd zien dat er onderaan dijken,
Een kantelpunt is dat de bron vormt van kwel,
Wat nooit zo erg goed is voor het dijkgestel.
Wat daar het gevolg van is, zal later blijken.
Daar komen ze dan weer in drommen naar kijken.
Wanneer de dijk instort door ’t watergezwel,
Waar grondwater opstijgt. Dan weet je het wel.
Dan zal zelfs de sterkste dijk ijlings bezwijken.
Wat heeft er verweer tegen insijpelingen?
Wat is er bestand, meer en meer ondermijnd;
Door inzijgend vocht van de afwateringen?
Van buiten een berg en van binnen verkwijnd,
Doorzegen van water dat komt binnendringen.
Het is aan het kantelpunt dat het zo schrijnt.
Recente bijdragen
Links, rechts, averechts
Jij schreef omtrent wie straks de volkseenheid gaat leiden, en reageerde koeltjes op mijn pennenvrucht. Een rechtse voorstander van orde en van […]
Geef een reactie