Wat drijft ons tot elkaar?
Voorgelezen door Dina Sonck
Van dit soort jongen hou ik, met rugzak en petje.
“Niet onknap, pienter, kwetsbaar,” zo luidt het besluit;
Voor dit soort jongen rol ik rode lopers uit;
Met zo een combinatie geef ik hem van jetje,
En onderdruk van tijd tot tijd een binnenpretje;
Daar paai ik en ik paardans en ik schiet plots kuit,
En voor het zover is verbrand ik al mijn kruit.
Er valt me niets te binnen dan een schietgebedje.
“O Heilig land weerklinken daar niet wrede schoten?”
Daar treft me iets van uw onmenselijke leed:
Van alle troost verstoken en van alles uitgesloten:
In warme nacht omhuld door angstig huiverzweet.
Zal voor de bruidegom haar maagdenvlies ontbloten,
De pas ontloken bruid in prijzig bruiloftskleed.
Geef een reactie
Recente bijdragen
Voet aan wal
Voet aan wal VoetafdrukIt happened one day, about noon going towards my boat, I was exceedingly surprised with theprint of a man’s naked foot on […]
Dat weet je best
Wat ons tot elkaar drijft, ach, dat weet je.
Verschuil je maar niet in retoriek
De prikkel van liefde is fysiek
Een vreemde ziekte, dat vergeet je
Te licht, want getriggerd door een strak reetje
Volg je je driften in paniek
het object van je aandacht lijkt fotogeniek
Van gezond verstand rest nog niet een beetje
Wat bazel je nu van vlies en bruid?
We hebben het hier toch over jongens?
En weer retoriek, nu van schieten en kruit?
Je begon zo mooi met verleidingsgeluid
En er werd nog even een lied gezongen
Maar je lied gaat als een nachtkaars uit.