Spring naar de inhoud

Ezekiël 34, 11-12 + 15-16a

Ezekiël 34, 11-12 + 15-16a

Ezekiël 34, 11-12 + 15-16a

Voorgelezen door Dina Sonck


De Herengod zegt, zo vertelt een profeet:
“Zelf zal ik mijn kudde behoeden en weiden,
De schapen naar welige weilanden leiden.”
Zo’n  herder die ’n zoekgeraakt dier niet vergeet,

Van ieder de naam en geschiedenis weet,
Bij wonden genezende zalf kan bereiden
Nadat ze herkauwend de avond verbeiden,
Ze allen terugbrengt naar de schapenkeet.

Dat God dat zelf doet, zegt Ezekiël.
Beschutting, bescherming, verdedigingswapen
En kome wat mag, de getrouwe gezel

Bekommert zich ook om de geringste schapen.
De Heer is de Herder. Hij doet het zelf wel;
We kunnen op onze twee oren weer slapen.
 


Recente bijdragen

Buitenwipper

Jean Marie Dedecker

Hij praat zonder eind en loopt af als een wekker. En ijverig ligt hij waar mogelijk dwars, afwisselend nors en balorig en bars.

Witwas

Geldbiljetten

Partij van waarden? Ja, dan denk ik: welke waarden? Kapotgeschoten vlag, wat rafels en een flard? Het persverhaal onsamenhangend en verward.